Teruggave van historische artefacten aan Ethiopië zet druk op het British Museum om koloniale schatten terug te geven
Gepubliceerd op 24/10/2023 21:00 in Buitenland
Een privécollectie van historische artefacten, waaronder een heilige altaarsteen en een haarlok van de Ethiopische prins Alemayehu, wordt teruggegeven aan Ethiopië in een statige zaal van de herenclub Athaeneum in het hart van Londen. Een Ethiopische priester, die de objecten in ontvangst neemt, ziet dit als een belangrijk begin en hoopt dat het British Museum dit als voorbeeld zal nemen.
De priester doelt vooral op de elf heilige Ethiopische 'tabots' die momenteel in de kelder van het British Museum worden bewaard. Deze kleine houten en stenen plaquettes zijn zo heilig dat ze niet publiekelijk tentoongesteld kunnen worden. Zelfs de directeur van het museum mag ze niet zien. De tabots werden 150 jaar geleden meegenomen uit Ethiopië door Britse soldaten na de Slag om Maqdala. Voor Ethiopische christenen symboliseren ze de aanwezigheid van God op aarde. De Ethiopische kerk heeft herhaaldelijk verzocht om teruggave, maar het British Museum is alleen bereid om ze uit te lenen.
De kwestie van de Ethiopische tabots maakt deel uit van een grotere discussie over koloniale schatten in westerse musea. Steeds vaker geven bekende internationale musea roofkunst terug, maar het British Museum in Londen verzet zich tot nu toe tegen deze trend. Dit heeft te maken met de British Museum Act, een Britse wet uit 1963, die de beheerders van het museum verbiedt om kunstobjecten permanent terug te geven.
De Benin Bronzes, bekende beelden en reliëfs die buit waren gemaakt tijdens de inname van Benin City in 1897, zijn een ander voorbeeld van omstreden stukken in het British Museum. Deze buitengewone culturele kunstwerken hebben enorme historische waarde en zijn verspreid geraakt over musea in Europa en de Verenigde Staten. Duitsland en Washington hebben hun collectie al teruggegeven, maar het British Museum, dat de grootste en mooiste beelden bezit, heeft nog niet gereageerd.
Het British Museum, met jaarlijks 6 miljoen bezoekers, is nauw verbonden met het vroegere Britse koloniale rijk. Veel van de pronkstukken in het museum maken deel uit van een complexe historische puzzel over hoe westerse landen moeten omgaan met hun koloniale verleden. Hoewel het museum zich in het verleden vaak heeft beroepen op de British Museum Act, vraagt het zich nu af of deze wet nog wel past bij de huidige tijdgeest. Echter, zolang de Conservatieve Partij een meerderheid heeft in het Britse parlement, lijkt de kans klein dat de wet zal worden aangepast.
Het argument dat de koloniale pronkstukken op Britse bodem het veiligst staan, heeft recentelijk aan kracht ingeboet. Een medewerker van het British Museum heeft jarenlang onopgemerkt honderden kunstvoorwerpen kunnen stelen, wat vooral landen die teruggave hebben gevraagd, zoals Griekenland, Nigeria en India, verontwaardigd heeft. Dit ondermijnt het veiligheidsargument van het museum en versterkt juist het argument voor teruggave.
Een teruggave kan ook nieuwe claims in gang zetten, waaronder mogelijk een verzoek om de Elgin Marbles terug te geven. Deze marmeren beelden zijn vernoemd naar Lord Elgin, die ze als gezant van de Britten in de 19e eeuw van Athene naar Londen heeft verscheept. Hoewel sommige stukken op legale wijze naar Engelse musea zijn gekomen, betoogt een hoogleraar dat de aanname van diefstal geen basis zou moeten vormen voor teruggave.
Tot nu toe hebben geheime gesprekken tussen de Britse en Griekse regering over het 'uitlenen' van de Elgin Marbles aan Griekenland niets opgeleverd.