Onthullend artikel: Oekraïense veiligheidsdienst verantwoordelijk voor tientallen liquidaties tijdens oorlog met Rusland
Gepubliceerd op 24/10/2023 03:00 in Buitenland
The Washington Post heeft een onthullend artikel gepubliceerd waarin wordt beweerd dat de Oekraïense veiligheidsdienst SBU verantwoordelijk is voor tientallen liquidaties tijdens de oorlog met Rusland. Een van de meest prominente gevallen is de autobomaanslag in Moskou waarbij de dochter van politiek denker Aleksandr Doegin omkwam.
Volgens The Washington Post werd de 29-jarige dochter van Doegin per ongeluk gedood, waarbij Doegin zelf het daadwerkelijke doelwit was. Het artikel geeft in detail weer hoe de bomaanslag werd uitgevoerd.
Daarnaast beweert de krant dat de SBU ook achter de drone-aanval op het Kremlin en twee bomaanslagen op de Krimbrug zit. Hoewel vermoedens van Oekraïense betrokkenheid bij deze acties al bestonden en in sommige gevallen later werden bevestigd vanuit Kyiv, stelt The Washington Post nu expliciet dat deze acties onderdeel zijn van een grootschalige schaduwoorlog van Oekraïne tegen Rusland.
Het artikel is gebaseerd op gesprekken met tientallen huidige en voormalige functionarissen, zowel uit Oekraïne, de Verenigde Staten als andere westerse landen. The Washington Post verklaart dat cruciale details zijn geverifieerd met aanvullende bronnen.
Een opvallende bewering in het artikel is de nauwe samenwerking tussen de Amerikaanse CIA en de Oekraïense SBU. Sinds de Russische annexatie van de Krim in 2014 zou de CIA tientallen miljoenen dollars hebben geïnvesteerd in de Oekraïense dienst, waaronder training en het leveren van apparatuur. Volgens functionarissen is de CIA nog altijd "significant" aanwezig in Kyiv. Het artikel stelt echter dat Washington stellig de directe betrokkenheid van de CIA bij liquidatie- en sabotageoperaties ontkent, hoewel de CIA zelf niet heeft gereageerd op vragen hierover.
De liquidaties uitgevoerd door de SBU zorgen voor problemen in de samenwerking met de CIA, aldus de krant. Dit heeft geleid tot "zorgen over medeplichtigheid en ongemak bij sommige functionarissen in Kyiv en Washington". Volgens de geïnterviewden vonden de liquidaties plaats in door Rusland bezet gebied in Oekraïne en ook in Rusland zelf. De doelwitten waren Russische functionarissen in bezette regio's, militaire officieren, vermoedelijke Oekraïense collaborateurs en prominente oorlogsvoorstanders.
Als voorbeelden worden onder andere de dood van een onderzeeërcommandant in Krasnodar en een militaire blogger in Sint-Petersburg genoemd. De onderzeeërcommandant werd doodgeschoten tijdens het joggen in een park en de blogger kwam om het leven bij een explosie in een café.
Het artikel beschrijft ook de bomaanslag op journalist Darja Doegina, de dochter van politiek denker Doegin. Volgens The Washington Post plaatste de SBU al vier weken voor de explosie een bom in een SUV. De bom zat verstopt in een geheim compartiment in een kattenreismand. Toen Doegina in de SUV reed, werd het explosief tot ontploffing gebracht. De Russische veiligheidsdienst FSB wees na de aanslag de Oekraïense geheime dienst als dader aan. Het artikel bevestigt deze informatie, waarbij wordt vermeld dat een moeder met haar 12-jarige dochter de bom de Russische grens had overgesmokkeld vanuit Estland.
Aanvankelijk ontkenden de Oekraïense autoriteiten betrokkenheid bij deze aanslag. Echter, volgens The Washington Post bevestigen Oekraïense functionarissen nu wel dat de SBU erachter zat. Hoewel het niet de bedoeling was om Doegina te doden, wordt zij volgens Oekraïense bronnen