Premier Rutte refereert naar geweld in Israël en Oekraïne tijdens herdenking opstand Sobibor
Gepubliceerd op 12/10/2023 22:00 in Buitenland
Demissionair premier Rutte heeft tijdens zijn herdenkingstoespraak over de opstand in vernietigingskamp Sobibor verwezen naar het huidige geweld in Israël en de Palestijnse gebieden, evenals de oorlog in Oekraïne. Vandaag werd in het oosten van Polen voor de tachtigste keer de opstand herdacht. Rutte sprak zijn medeleven uit voor de slachtoffers en hun geliefden in zijn toespraak.
In kamp Sobibor werden tussen 1942 en 1943 meer dan 170.000 Joden vermoord, waarvan ruim 34.000 Joodse gevangenen uit Nederland afkomstig waren. De meeste gevangenen werden op de dag van aankomst vermoord in de gaskamers. Op 14 oktober 1943 wisten enkele gevangenen een deel van de SS-bewakers te vermoorden en te ontsnappen door het prikkeldraad en de mijnenvelden te ontwijken. Ongeveer 300 gevangenen wisten het kamp te ontvluchten, waarvan ongeveer zestig de oorlog overleefden.
Tijdens zijn toespraak vroeg Rutte zich af waar de moed van de opstandelingen vandaan kwam. Hij suggereerde dat het verlangen naar vrijheid en de wil om te overleven diep zijn geworteld in de menselijke psyche. Rutte wees op de parallellen met de huidige situatie in Oekraïne, waar de bevolking strijdt voor vrijheid en tegen onderdrukking.
De Nederlandse delegatie bij de herdenking had een duidelijke boodschap, aldus Rutte. Door gezamenlijk te herdenken, de namen van de slachtoffers uit te spreken en hun verhalen te vertellen, benadrukken we het belang van waakzaamheid en het opkomen voor vrijheid, compassie en menselijkheid.
Bekijk hier een fragment van de toespraak van Rutte op het terrein van het voormalige vernietigingskamp.
De herdenking van de opstand in Sobibor vindt voor de tachtigste keer plaats in het oosten van Polen. Demissionair premier Rutte heeft tijdens zijn toespraak verwezen naar het recente geweld in Israël en de Palestijnse gebieden, evenals de oorlogssituatie in Oekraïne. Hij betuigde zijn medeleven aan de slachtoffers en hun dierbaren.
In Sobibor werden tussen 1942 en 1943 meer dan 170.000 Joden vermoord, waaronder ruim 34.000 Joodse gevangenen uit Nederland. De meeste gevangenen werden op de dag van aankomst in de gaskamers vermoord. Op 14 oktober 1943 wist een kleine groep gevangenen een deel van de SS-bewakers te doden en te ontsnappen. Ze ontvluchtten het kamp door het prikkeldraad en de mijnenvelden te ontwijken. Ongeveer 300 gevangenen slaagden erin het kamp te verlaten, waarvan ongeveer zestig de oorlog overleefden.
Rutte vroeg zich af waar de opstandelingen de moed vandaan haalden. Hij suggereerde dat het verlangen naar vrijheid en de wil om te overleven diep geworteld zijn in de menselijke psyche. Hij wees op de vergelijkbare situatie in Oekraïne, waar de bevolking vecht voor vrijheid en tegen onderdrukking.
De Nederlandse delegatie had een duidelijke boodschap tijdens de herdenking. Rutte benadrukte het belang van waakzaamheid en het opkomen voor vrijheid, compassie en menselijkheid door gezamenlijk te herdenken, de namen van de slachtoffers uit te spreken en hun verhalen te vertellen.
Bekijk hier een fragment van Rutte's toespraak op het terrein van het voormalige vernietigingskamp.