Tachtigste herdenking opstand in vernietigingskamp Sobibor
Gepubliceerd op 12/10/2023 11:00 in Buitenland
Op het voormalig terrein van vernietigingskamp Sobibor, in het oosten van Polen, wordt vandaag de herdenking van een bijzondere gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog gehouden. Het is precies tachtig jaar geleden dat Joodse dwangarbeiders in opstand kwamen tegen hun SS-bewakers en wisten te ontsnappen uit het kamp. Premier Rutte houdt een toespraak tijdens de herdenking.
In kamp Sobibor werden gedurende anderhalf jaar door de nazi's meer dan 170.000 Joden vermoord, waarvan ruim 34.000 Joodse gevangenen uit Nederland afkomstig waren. Deze gevangenen werden vanuit kamp Westerbork naar deze afgelegen plek vervoerd en werden bij aankomst vrijwel direct vermoord in de gaskamers.
Een kleine groep gevangenen, die in het kamp tewerkgesteld was, wilde hun lot niet afwachten en zag een gezamenlijke opstand als hun enige kans om te overleven. Op 14 oktober 1943 slaagden zij erin een aantal SS-bewakers te vermoorden en te vluchten door het prikkeldraad en de mijnenvelden de bossen in. Zo'n driehonderd gevangenen wisten het kamp te ontvluchten, waarvan ongeveer zestig de oorlog hebben overleefd.
Na de opstand hebben de nazi's de overgebleven gevangenen vermoord en het kamp met de grond gelijk gemaakt, in de hoop dat niemand ooit zou ontdekken wat zich daar had afgespeeld.
Wat weinig mensen weten, is dat er eerder al een poging tot opstand was geweest, waarbij een Nederlandse kapitein een belangrijke rol speelde. In het recent verschenen boek "Het donkerste donker" beschrijft onderzoeksjournalist Rosanne Kropman haar zoektocht naar de sporen van kamp Sobibor en naar de identiteit van deze Nederlandse kapitein.
Kropman vond in de archieven vijf getuigenissen van Poolse overlevenden die verwijzen naar de Nederlandse kapitein, die in het voorjaar van 1943 een plan had bedacht om de SS-bewakers te vermoorden en de Oekraïense bewakers te overtuigen om alle gevangenen vrij te laten. Het plan faalde omdat het verraden werd door een vermoedelijk Poolse Jood.
Door alle puzzelstukjes in de archieven samen te leggen, wist Kropman uiteindelijk de identiteit van de Nederlandse kapitein te achterhalen. Hij bleek Jozeph Jacobs te heten en had voor zijn gevangenschap in Sobibor gediend bij de marine. Hij had deelgenomen aan een marineschip dat koopvaardijschepen bijstond die werden aangevallen door troepen van de Spaanse dictator Franco.
Jozeph Jacobs kwam in Sobibor al snel in contact met een groep Poolse Joden, waaronder Leon Felhendler die later een belangrijke rol zou spelen bij de opstand van 14 oktober. Een groep die Jacobs bewonderde vanwege zijn strijdbaarheid betrok hem bij hun plan om een opstand te organiseren.
Details over hoe Jacobs de SS-bewakers wilde vermoorden zijn niet helemaal duidelijk, aangezien de getuigenissen hierover uiteenlopen. Nadat het plan verraden was, werden de gevangenen op appel geroepen en werden ze gedwongen om te vertellen wie verantwoordelijk was voor de opstand. Jacobs stapte naar voren en beweerde dat hij alleen verantwoordelijk was, zelfs na de martelingen die volgden.
De SS-bewakers besloten daarop Jacobs en alle Nederlandse mannen, ongeveer zeventig in totaal, te deporteren. Ze werden hoogstwaarschijnlijk gemarteld en uiteindelijk geëxecuteerd in een ander deel van het kamp.
Wat Jacobs uniek maakte, was zijn verlangen om het hele kamp te bevrijden, wat opmerkelijk veel overeenkomsten vertoont met de twe