Aardbeving in Afghanistan eist meer dan 2000 levens en veroorzaakt humanitaire crisis
Gepubliceerd op 10/10/2023 02:00 in Buitenland
In Afghanistan zijn reddingswerkers nog steeds bezig met het zoeken naar overlevenden in het puin na de verwoestende aardbeving die afgelopen zaterdag plaatsvond in het westen van het land. Deze aardbeving wordt beschouwd als een van de dodelijkste in Afghanistan in de afgelopen twee decennia, waarbij meer dan 2000 mensen zijn omgekomen.
De Taliban, die momenteel aan de macht is in het land, schat dat er ongeveer 2000 gewonden zijn gevallen. Echter, dit aantal is later bijgesteld nadat aanvullende informatie beschikbaar kwam. In twintig verschillende dorpen en steden zijn naar schatting zo'n 2000 huizen verwoest, waarbij sommige dorpen volledig zijn verwoest.
Het epicentrum van de aardbeving bevond zich ongeveer 40 kilometer ten noordwesten van de stad Herat, de op één na grootste stad van Afghanistan. Uit angst voor naschokken brachten veel inwoners van de stad de nacht door in parken en op straat.
De aardbeving had een kracht van 6,3 en werd gevolgd door zware naschokken. Zelfs vandaag werd de regio getroffen door drie naschokken, waarvan de zwaarste een kracht had van 5,9. Een delegatie van de Taliban, die sinds 2021 aan de macht is in Afghanistan, heeft de regio bezocht om noodhulp te bieden en hulpgoederen te verdelen.
Het afgelegen gebied waar de aardbeving plaatsvond, maakte het moeilijk voor reddingswerkers om het rampgebied te bereiken. Volgens een hooggeplaatste Taliban-functionaris zijn er gebieden die pas vandaag voor het eerst konden worden bereikt. Daarnaast bemoeilijkt het gebrek aan gereedschap de reddingsoperatie. Het International Rescue Committee (IRC), een NGO die humanitaire hulp biedt in rampgebieden, heeft gewaarschuwd dat het ontbreken van dergelijk materieel het dodental kan doen stijgen, omdat overlevenden die vastzitten onder het puin mogelijk niet bevrijd kunnen worden.
Op sociale media circuleren beelden waarop reddingsteams van de Taliban met wapens om hun schouders stukken steen verplaatsen en bulldozers gebruiken tijdens de zoektocht naar overlevenden. Buurlanden Pakistan en Iran hebben humanitaire hulp toegezegd en zullen reddingswerkers naar de regio sturen. Het Chinese Rode Kruis heeft ook financiële hulp aangeboden, aanvankelijk bijna 190.000 euro.
Als gevolg van het Taliban-bewind hebben veel westerse hulporganisaties geen toegang tot het land en is het voor journalisten moeilijk om het getroffen gebied te bereiken. Hierdoor is er weinig zicht op de volledige omvang van de gevolgen van de aardbeving.
Volgens een medewerker van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is ongeveer tweederde van de zwaargewonde slachtoffers vrouw of kind. Dit komt doordat de aardbeving plaatsvond om 11.00 uur 's ochtends, wanneer veel mannen niet thuis zijn in Afghanistan. Hierdoor zijn zij niet onder het puin terechtgekomen.
Sinds de Taliban in 2021 de macht greep in Afghanistan, verkeert het land in een humanitaire crisis en heeft de gezondheidszorg het zwaar te verduren. Het land was grotendeels afhankelijk van donorgeld uit het buitenland, maar na de machtsgreep van de Taliban hebben veel landen hun hulp stopgezet.