Dodental na overstromingen in Libië nog steeds onduidelijk

Gepubliceerd op 15/09/2023 09:00 in Buitenland

Een kleine week nadat Libië werd getroffen door overstromingen na storm Daniel, is het nog altijd onbekend hoeveel doden er precies zijn gevallen. De Libische Rode Halve Maan meldde aanvankelijk dat er 11.000 doden waren en 20.000 vermisten, maar deze cijfers werden later weerlegd door de Internationale Rode Halve Maan.

Hoewel het exacte aantal slachtoffers onzeker is, is het wel duidelijk dat het dodental hoog ligt. Volgens Midden-Oosten-journalist Joost Scheffers spoelen er nog dagelijks lichamen aan op de stranden. De lokale autoriteiten in havenstad Derna hebben dringend behoefte aan lijkzakken, wat de omvang van de ramp benadrukt.

Het bergen van alle slachtoffers blijkt een uitdaging. Sommige slachtoffers zijn door het kolkende regenwater diep de zee ingespoeld. Daarnaast zijn duizenden slachtoffers in massagraven begraven, omdat er simpelweg geen tijd is om hen op een waardige manier te begraven, aldus Scheffers.

Volgens de VN-hulporganisatie OCHA zijn ongeveer 884.000 Libiërs getroffen door de ramp en hebben een kwart miljoen mensen dringend hulp nodig. Op basis van satellietbeelden meldt OCHA dat mogelijk een derde van Derna is verwoest en meer dan 2200 gebouwen zijn beschadigd.

De informatie over de humanitaire ramp komt versnipperd binnen, mede doordat de twee rivaliserende regeringen van Libië verschillende dodentallen hanteren. Het is tevens moeilijk om hulp op de juiste plek te krijgen vanwege de overstromingen. Hoewel lokale autoriteiten sommige knooppunten hebben weten vrij te maken, staan nog steeds veel wegen onder water.

De internationale hulp is de afgelopen dagen op gang gekomen, met hulpverleners en goederen uit verschillende landen. Nederland heeft de intentie om een team van ICT'ers, logistiek experts en landmeetkundigen te sturen.

Naast het bieden van hulp, rijst ook de vraag of de ramp deels voorkomen had kunnen worden. De VN-weerorganisatie WMO stelt bijvoorbeeld dat de overstromingen niet zoveel slachtoffers hadden veroorzaakt als Libië niet in een politieke en bestuurlijke chaos verkeerde en als Derna een functionerend waarschuwingssysteem had gehad. "Dan hadden mensen op tijd geëvacueerd kunnen worden", aldus Petteri Taalas, secretaris-generaal van de WMO.

Daarnaast krijgen de autoriteiten kritiek vanwege het gebrekkige onderhoud van de twee doorgebroken dammen. Volgens Scheffers hielden zij geen rekening met de mogelijkheid dat de dammen konden doorbreken.

Sinds de val van dictator Kadhafi in 2011 woedt er een machtsstrijd in Libië. De regering van premier Dbeibah is gevestigd in de hoofdstad Tripoli, terwijl de niet-internationaal erkende regering van premier Hamad in het oosten van het land zit.

Lees meer nieuws in buitenland