Duizenden doden en tienduizenden vermisten na natuurramp in Libië

Gepubliceerd op 13/09/2023 06:00 in Buitenland

Duizenden doden en zeker 10.000 vermisten: enkele dagen nadat storm Daniel over het noordoosten van Libië raasde, wordt de omvang van de ramp pas duidelijk. Het 'epicentrum' van de ramp is havenstad Derna, met zo'n 125.000 inwoners.

Door de omliggende bergen kon het water in de stad niet wegspoelen, waardoor het razendsnel steeg tot een hoogte van 3 meter. Een hooggeplaatste functionaris verklaarde dat ruim een kwart van de stad is weggevaagd. Alleen al in Derna zijn tot dusver duizend lichamen geborgen, maar gevreesd wordt voor nog veel meer slachtoffers. Overal liggen lichamen: in zee, in de valleien en onder gebouwen, aldus Hichem Abu Chkiouat, een overheidsfunctionaris betrokken bij de rampenbestrijding in het land. Talloze gebouwen zijn ingestort en puin en auto's zijn richting de zee gesleurd.

De ramp heeft ook gevolgen gehad voor de infrastructuur van het gebied. Ten zuiden van Derna zijn als gevolg van de regenval twee dammen doorgebroken. Volgens Chkiouat was er recentelijk geen onderhoud gepleegd aan ten minste één van de twee dammen. Een gebrek aan onderhoud aan de infrastructuur is al jaren een probleem in Libië. Politiek wetenschapper Jalel Harchaoui, verbonden aan een Londense denktank, legt uit dat er structureel te weinig onderhoud is verricht aan bruggen en wegen, omdat politici hiermee geen punten konden scoren. Het gebrekkige onderhoud aan de infrastructuur is een belangrijke oorzaak van het grote aantal slachtoffers in Derna, volgens deskundigen.

De politieke verdeeldheid in het land speelt ook een belangrijke rol in het gebrek aan onderhoud. In Libië zijn al jaren de facto twee regeringen aan de macht, met generaal Haftar in het oosten en premier Dbeibah in het westen. De twee kampen liggen al jaren op ramkoers en besluiten over investeringen in de infrastructuur kwamen door de politieke verdeeldheid nauwelijks van de grond. De centrale bank weigert financiële hulp te bieden aan de autoriteiten in Oost-Libië, omdat de bank alleen de regering in Tripoli erkent.

Internationaal wordt gevreesd voor de effectiviteit van de noodhulp vanwege de politieke verdeeldheid, maar er zijn ook lichtpuntjes. De internationaal gesteunde regering in Tripoli heeft 14 ton aan hulpgoederen naar Benghazi gestuurd en heeft 380 miljoen euro toegezegd voor de wederopbouw van Derna.

Het is echter een enorm probleem om de internationale noodhulp te coördineren, volgens voorzitter Herman Klijnsma van de Dutch Libyan Cooperation Council. Alle Libische ambassades wereldwijd hebben om hulp gevraagd, maar dit moet via de Europese Unie en de Verenigde Naties worden geregeld. Er zijn stemmen opgegaan om de noodhulp via Haftar te regelen, vanwege de locatie van de ramp, maar premier Dbeibah in Tripoli wil de controle behouden. De hoop is dat de ramp kan leiden tot samenwerking tussen de kampen, maar de realiteit is dat machtsstrijd en politieke verdeeldheid de belangrijkste factoren blijven.

De komende tijd zal moeten blijken of de kampen hun verschillen opzij kunnen zetten. Volgens politiek wetenschapper Harchaoui is dit hard nodig. Inwoners van het zwaargetroffen Derna zijn verward en kunnen het niet bevatten. Binnen enkele uren is een groot deel van hun stad weggevaagd. Het Internationale Rode Kruis verwacht dat het dodental in de getroffen regio Derna verder zal oplopen.

Lees meer nieuws in buitenland