Demonstraties in Syrië zorgen voor hoop op verandering, ondanks risico's
Gepubliceerd op 01/09/2023 21:00 in Buitenland
Syrië is al bijna twee weken het toneel van dagelijkse demonstraties waarbij mensen hun onvrede uiten over de regering van Bashar al Assad. Ondanks de risico's is het enthousiasme onder de demonstranten groot, met name op vrijdagen wanneer de meeste mensen kunnen komen. Lubna Albassit (28), die deelneemt aan de demonstraties, legt uit dat veel mensen de benzine voor hun vervoer niet kunnen betalen, aangezien ze minder dan 20 euro per maand verdienen. Het volk hoopt dat deze protesten een blijvende verandering teweeg zullen brengen, ondanks de angst die er heerst na eerdere gewelddadige onderdrukking van demonstranten in Syrië.
De directe aanleiding voor de protesten is de aanzienlijke verhoging van de brandstofprijzen, die het gevolg is van de herziening van subsidies op brandstof door de overheid. Echter, gaan de demonstraties over veel meer dan alleen de brandstofprijzen. De demonstranten eisen waardigheid, eer en basisbehoeften zoals voedsel, onderwijs en gezondheidszorg. Ze roepen op tot de vrijlating van politieke gevangenen en gerechtigheid. Daarnaast zijn ze ontevreden over de wijdverbreide corruptie en de inmenging van Rusland en Iran in hun land.
De steun van religieuze leiders aan de protesten vormt een belangrijk signaal. Voor het eerst doen zij mee aan demonstraties, terwijl zij voorheen sterke banden met de regering-Assad hadden. Lobanna Ghozlan (27) heeft vanuit Beiroet constant contact met de demonstranten. Ze is zelf ruim een jaar geleden gevlucht vanuit Sweida, een stad in Zuid-Syrië, naar buurland Libanon. Ghozlan toont filmpjes op sociale media waarin druzenleiders op de schouders van demonstranten staan tijdens een betoging. Het valt op dat er veel vrouwen deelnemen aan de protesten, wat volgens historicus Makram Rabah van de Amerikaanse Universiteit in Beiroet te maken heeft met het feit dat deze vrouwen zijn opgegroeid in oorlogstijd. Hij beschrijft de demonstraties als levendig en moedig.
De omvang van de protesten is moeilijk te verifiëren, maar ze verspreiden zich naar andere delen van het land, waar ze geïnspireerd worden door de aanhoudende protesten in Sweida. Rabah merkt op dat er in het kustgebied, dat voornamelijk bewoond wordt door alawieten, een agressieve reactie van het regime heeft plaatsgevonden. Dit in tegenstelling tot Sweida, waar het regime vooralsnog niet ingrijpt. Hoewel de beelden van de protesten wereldwijd worden verspreid, lijken de Syrische autoriteiten voorlopig weg te kijken van de ontevredenheid. President Assad heeft immers de controle over het grootste deel van het land.
Het is echter bekend dat demonstreren in Syrisch regeringsgebied vrijwel nooit ongestraft blijft. Toch ziet Makram Rabah deze protesten als een stap in de goede richting, hoewel er geen plotselinge veranderingen in Syrië worden verwacht. Zowel in regerings- als oppositiegebied is de situatie verre van ideaal na twaalf jaar oorlog. Het land ligt in puin en de economie is ingestort als gevolg van internationale sancties, toenemende corruptie en inflatie. Volgens de Verenigde Naties leeft 90 procent van de bevolking onder de armoedegrens.
De bevolking voelt zich vergeten en in de steek gelaten door de internationale gemeenschap. Lubna Albassit, die vanuit Sweida spreekt, verwoordt haar droom: ze wil met haar familie in Syrië blijven, maar alleen als Assad vertrekt. Ze hoopt dat een vertrek van Assad zal leiden tot de terugkeer van mensen om het land opnieuw op te bouwen. Hoewel de