Afghanistan worstelt met armoede en internationaal isolement na twee jaar Taliban
Gepubliceerd op 14/08/2023 08:00 in Buitenland
Twee jaar na de machtsovername door de Taliban staat Afghanistan voor grote uitdagingen. De bevolking lijdt onder extreme armoede en het regime heeft weinig steun in het buitenland. Kabul probeert echter deze problemen aan te pakken door het sluiten van contracten met buitenlandse handelspartners en het aanknopen van voorzichtige contacten met de Verenigde Staten.
China en Pakistan zijn belangrijke handelspartners geworden voor Afghanistan. China heeft ingestemd om de Nieuwe Zijderoute, ook wel bekend als het Belt and Road Initiative, via Afghanistan te laten lopen. Dit betekent een enorme investering in de Afghaanse infrastructuur en transportverbindingen. Daarnaast heeft China interesse getoond in de grote lithiumvoorraden van Afghanistan, een metaal dat cruciaal is voor de groene transitie wereldwijd. Momenteel haalt Afghanistan echter nog veel inkomsten uit de export van steenkolen naar Pakistan onder het Talibanbewind, wat heeft geleid tot honderden miljoenen euro's extra voor de staatskas in Kabul.
De economische situatie in Afghanistan is echter zeer zorgwekkend. Het bruto nationaal product is sinds 2021 met 20 procent gedaald en buitenlandse hulp is met twee derde verminderd. De machtsovername in augustus 2021 heeft geleid tot het vertrek van westerse troepen en buitenlandse ngo's, wat heeft geresulteerd in het instorten van de dienstensector. Hierdoor hebben duizenden Afghaanse huishoudens hun manier van leven verloren. Het laatste rapport van de Wereldbank schetst een somber beeld, waarin wordt gesteld dat de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft en dat twee op de drie huishoudens zich geen boodschappen kunnen veroorloven.
Desondanks zijn er enkele tekenen van stabilisatie. De inflatie is nu onder controle en de export groeit. Maar dit is nog niet voldoende om de welvaart te verbeteren. Een van de grootste hindernissen voor het herstel van de economie en het normaliseren van de betrekkingen met het buitenland is het beleid van de Taliban. Hoewel ze twee jaar geleden beloofden om de rechten van vrouwen en individuele vrijheden te respecteren, hebben ze al snel middelbaar en hoger onderwijs voor meisjes en vrouwen verboden. Ook hebben ze vrouwelijke hulpverleners geweerd, wat heeft geleid tot het vertrek van veel hulporganisaties. Dit bemoeilijkt de normalisatie van de betrekkingen met de buitenwereld, waarbij landen als China, Rusland en verschillende westerse landen en bondgenoten de Taliban hebben opgeroepen om vrouwenrechten te respecteren.
Naast de zorgen over mensenrechten is ook de veiligheid een probleem. Terwijl de Taliban hebben voldaan aan een Chinese eis om militante Oeigoeren in het noordoosten van het land onder controle te houden, is Rusland van mening dat Kabul te weinig doet tegen radicale groeperingen in het noorden die een bedreiging vormen voor Centraal-Aziƫ.
Er is echter enige hoop op verbetering van de situatie. Eind juli vond in Qatar een opmerkelijke ontmoeting plaats tussen Talibanleiders en een Amerikaanse delegatie. Dit was de eerste keer sinds de machtsovername dat ze met elkaar in gesprek gingen. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken werden onderwerpen besproken zoals de economische problemen en banksector van Afghanistan. De Taliban gaven aan dat er gesproken werd over de mogelijkheid om bevroren Afghaanse tegoeden vrij te geven. In 2021 bevroor de Verenigde Staten zeven miljard dollar aan Afghaans geld dat in de Amerikaanse centrale bank lag.
Hoewel Washington de mensenrechtensituatie in Afghanistan heeft bekritiseerd, heeft het ook positieve signalen ontvangen. Zo hebben ze gehoord dat de papaverteelt, die de basis vormt voor veel illegale harddrugs, is afgenomen. Daarnaast hebben de Amerikanen