Koranverbrandingen zetten Scandinavische landen en islamitische landen op scherp
Gepubliceerd op 01/08/2023 18:00 in Buitenland
De recente koranverbrandingen in Zweden en Denemarken hebben de relatie tussen de Scandinavische en islamitische landen onder druk gezet. Hoewel deze acties worden uitgevoerd door kleine groepen en individuen, tasten ze de diepgewortelde vrijheid van meningsuiting aan en zorgen ze tegelijkertijd voor angst voor de nationale veiligheid.
De eerste persoon die veel ophef veroorzaakte met koranverbrandingen was de Zweeds-Deense politicus en advocaat Rasmus Paludan. In 2017 richtte hij de extreemrechtse partij Stram Kurs (harde koers) op in Denemarken, maar hij behaalde geen zetels bij zowel de gemeenteraadsverkiezingen als de landelijke verkiezingen.
Paludan beschouwt de islam als de vijand van de mensheid en stelt dat het ideaal zou zijn als er geen enkele moslim meer zou zijn op aarde. Hij zorgde voor veel ophef met een controversiële tour waarbij hij korans verbrandde in multiculturele wijken in Zweden. Deze manifestaties leidden tot rellen in verschillende Zweedse steden, waarbij jongeren met een migratieachtergrond de confrontatie aangingen met de politie.
Deze acties hadden ook internationale gevolgen. Turkije zegde dit jaar een bezoek van de Zweedse minister van Defensie af vanwege een geplande koranverbranding bij de Turkse ambassade in Zweden. Daarnaast bestormde een woedende menigte de Zweedse ambassade in Irak, nadat de Iraakse immigrant Salwan Momika een koranverbranding had gepland. Dit resulteerde in het uitzetten van de Zweedse ambassadeur door Irak.
Momika, een Assyriër en atheïstische denker en schrijver, noemde de koran een "boek van terreur" en vroeg de Zweedse regering het te verbieden om het land te beschermen. Op zijn Facebookpagina zijn ook foto's te vinden waarop hij een militair uniform draagt. Hij was de leider van een militie die tegen IS streed in Irak en vroeg daarna asiel aan in Zweden.
Ook in Denemarken zijn er koranverbrandingen geweest, uitgevoerd door een kleine ultranationalistische groep genaamd Danske Patrioter (Deense patriotten). Zij verbrandden korans voor de ambassades van Egypte, Turkije en Irak. Hoewel de groep slechts uit een handjevol leden bestaat, veroorzaken deze acties veel onrust en werden er honderden demonstranten gezien die vorige maand de Deense ambassade in Irak probeerden te bestormen.
De regeringen van Zweden en Denemarken veroordelen de koranverbrandingen, maar geven aan dat ze volgens de huidige wetgeving moeilijk zijn te verbieden vanwege de sterke bescherming van de vrijheid van meningsuiting in deze landen. Desondanks zijn beide regeringen op zoek naar instrumenten binnen de huidige wetgeving om op te kunnen treden in gevallen waarbij andere landen, culturen en religies worden beledigd en waarbij de nationale veiligheid in gevaar kan komen.
De koranverbrandingen blijven dus voorlopig een gevoelige kwestie die de betrekkingen tussen Scandinavische en islamitische landen op scherp zet.