Zweden zet inperking gezinshereniging door als onderdeel van anti-immigratiecampagne
Gepubliceerd op 15/07/2023 22:00 in Buitenland
Een week na het vallen van het Nederlandse kabinet, heeft Zweden besloten om het inperken van gezinshereniging door te zetten. De Zweedse regering is bezig met het toetsen van een wetsvoorstel waarmee het land een verblijfsvergunning kan weigeren als de partner jonger is dan 21 jaar. Daarnaast moeten de regels voor nareizende kinderen worden aangescherpt.
Deze maatregelen maken deel uit van een anti-immigratiecampagne waarmee Zweden af wil van het imago als gastvrij immigratieland. Andere voorgenomen maatregelen zijn het verminderen van het aantal opgevangen vluchtelingen tot het absolute EU-minimum en een soberdere opvang van asielzoekers.
Zweden heeft lange tijd trots gepresenteerd als een gastvrij land. Het werd gezien als een veilige haven voor mensen die op de vlucht waren voor oorlog. Momenteel heeft ruim 26 procent van de inwoners een migratieachtergrond. Echter, de afgelopen tien jaar is het migratiedebat in het land veranderd.
De discussie richt zich nu voornamelijk op de integratie van nieuwkomers. Hoge werkloosheid, taalachterstand en segregatie in wijken, scholen en de arbeidsmarkt hebben ervoor gezorgd dat nieuwkomers zich steeds meer vervreemd voelen van de Zweedse samenleving. Zowel linkse als rechtse partijen beschouwen het integratiebeleid als mislukt.
Volgens Torbjörn Sjöström, directeur van marktonderzoeksbureau Novus, is dit een zelfgecreëerd probleem. Hoewel Zweden veel mensen heeft opgenomen, ontbrak het aan de infrastructuur om hen te helpen integreren. Nieuwkomers ondervonden moeilijkheden bij het vinden van werk zonder kennis van de Zweedse taal, maar taallessen en ander onderwijs waren van slechte kwaliteit. Sjöström stelt dat Zweden de mensen opving die hulp nodig hadden, maar hen niet de mogelijkheid gaf om deel te nemen aan de maatschappij. Hij noemt dit beleid ‘humanitair, maar niet humanistisch’.
Er is onder de bevolking bezorgdheid dat regelingen om vluchtelingen goed te verzorgen, ten koste gaan van sociale voorzieningen. Volgens Sjöström hebben asielzoekers recht op uitkeringen en moeten kinderen uit oorlogsgebieden vaak veel onderzoeken ondergaan, wat veel geld kost. Veel mensen zien dit als een te grote belasting van de verzorgingsstaat, zonder dat er voldoende wordt geïnvesteerd in integratie.
De Zweedse regering wil daarom niet alleen het aantal migranten beperken, maar ook een nieuwe verhouding creëren tussen land en immigrant. Wie in Zweden wil wonen, moet moeite doen om deel uit te maken van de maatschappij. Dit houdt onder andere in dat taallessen en een inburgeringsexamen verplicht worden gesteld. Voor arbeidsmigranten wordt het minimumsalaris verdubbeld om zelfvoorziening te waarborgen en uitbuiting te voorkomen. Nieuwkomers kunnen niet langer automatisch gebruikmaken van het socialezekerheidsstelsel; zij moeten voorzieningen geleidelijk verdienen door te werken en belasting te betalen.
Het doel van deze maatregelen is het bevorderen van een snellere integratie. Pieter Bevelander, directeur van het instituut voor migratiestudies in Malmö, merkt op dat de meeste migranten in Zweden snel integreren. Ongeveer 60 tot 75 procent van de asielzoekers heeft binnen tien jaar werk. Echter, volgens de bevolking gaat dit niet snel genoeg.
Bevelander ziet deze maatregelen ook als onderdeel van de koers die Zweden vaart sinds de extreemrechtse partij Zweden Democraten gedoogsteun verleent aan de regering. Deze partij beschouwt het immigratiebele