Defensie laat zien hoe 'afdankertjes' voor Oekraïne worden klaargemaakt
Gepubliceerd op 23/04/2023 19:01 in Buitenland
Het ministerie van Defensie heeft recentelijk meer openheid gegeven over wapenleveranties aan Oekraïne. Toch zijn niet alle activiteiten op het Defensiecomplex Vriezenveen, nabij Almelo, openbaar. Hier worden afgeschreven militaire voertuigen opgeknapt en gereed gemaakt voor gebruik door het Oekraïense leger. Defensie liet voor het eerst aan NOS zien hoe het proces verloopt.
Op de lijst van verstuurd materieel en militaire middelen staan onder andere mortieren en mijnenvegers, maar niet alles staat op deze lijst. Een aantal grote brugdelen op het terrein in Vriezenveen staat niet op de lijst en daarom wordt er liever niet gefilmd, aldus luitenant-kolonel Harry Jansen van de Defensie Materieelorganisatie.
Filmde het Nederlandse leger eerder niet op de werkplaats, inmiddels zijn de regels versoepeld. Het kabinet vindt deze stap belangrijk om het draagvlak en maatschappelijk debat over de militaire steun aan Oekraïne te behouden.
Inmiddels heeft Nederland ruim een miljard euro aan militair materieel aan Oekraïne geleverd en dit bedrag zal verder groeien. Een kleine groep toegewijde monteurs is al bijna een jaar bezig om afgeschreven militaire voertuigen zoals pantserrupsvoertuigen (YPR's) gereed te maken voor transport naar Oekraïne.
Het gaat om voertuigen die tot 2008 in gebruik waren bij het Nederlandse leger en bedoeld zijn voor het transport van soldaten op het slagveld. De beste voertuigen werden als eerste op transport gezet. Sommige voertuigen hebben wel twintig jaar in de mottenballen gezeten.
De monteurs hebben ongeveer honderd manuren nodig om een voertuig op te knappen en gangbaar te maken. Ook worden er op verzoek van de Oekraïners bankjes in de voertuigen geplaatst en komt er nog bewapening bovenop. De nummerborden en belettering worden overgeschilderd en de voertuigen worden schoongemaakt.
Ondanks de leeftijd van de voertuigen, zijn ze volgens ex-kolonel en voormalig lid van de Oekraïense generale staf Oleg Zjdanov nog steeds in goede staat. "Ze hebben automatische transmissie, dat hadden wij nog niet. Ze zijn zeer wendbaar en hebben een kleine draaicirkel. In een korte bocht loopt een Sovjet-pantservoertuig van zijn rupsen af, deze niet. En de bepantsering is ook goed. Hij kan een zware mitrailleur weerstaan en zelfs een kleine antitankraket. De soldaten noemen het een slagveld-taxi."
Zjdanov weet dat de Nederlandse YPR's ook dienst doen in het Oost-Oekraiense Bachmoet, waar nu hevig gevochten wordt. Volgens Zjdanov zijn de commandanten in het veld zeer enthousiast over de Nederlandse rupsvoertuigen en mogen ze dan wel oud zijn, ze zijn nog altijd jonger dan de Sovjet-pantservoertuigen van Oekraïne.
Hoewel overste Jansen trots is op zijn werk en vindt dat de voertuigen goed presteren, beseft hij zich dat er jongens in deze voertuigen zullen sterven.