Terugkeer van politiek geweld in Japan na moord op oud-premier Abe
Gepubliceerd op 08/07/2023 15:00 in Buitenland
Met één raak schot uit een zelfgemaakt wapen verdween vorig jaar definitief het gevoel van veiligheid in de Japanse samenleving. Of: eigenlijk was het toen al aan het verdwijnen, zo valt een jaar na de moord op de Japanse oud-premier Shinzo Abe te concluderen.
De beelden van de moord op Abe gingen de wereld over. De man die hem doodschoot, een voormalige soldaat van de Japanse zelfverdedigingsmacht, liep rustig richting de oud-premier. Abe sprak toen van een kleine verhoging een menigte toe. Met een zelfgemaakt geweer loste de man van enkele meters afstand zijn eerste schot. Verbijsterd draaide Abe zich om, waardoor de schutter ruim de tijd had om zich te herpositioneren en vervolgens het tweede, dodelijke schot loste.
Het duurde lang voordat de beveiligers en de politie doorkregen wat er was gebeurd. Japanners konden achteraf niet bevatten waarom ze zo langzaam reageerden. In een poging de gemoederen te bedaren, stapte het hoofd van de lokale politie gedwongen op. Maar het gevoel van veiligheid, dat in Japan voorheen als normaal werd ervaren, was al verdwenen.
De aanslag op Abe leidde tot een recordwinst voor zijn partij LDP bij de verkiezingen, een dag later. Vervolgens werd duidelijk dat de dader Abe had uitgekozen als doelwit vanwege zijn banden met de controversiële en ultraconservatieve Verenigingskerk. De organisatie van deze christelijke sekte staat bekend om zijn anti-lhbti-agenda en is berucht omdat het in Japan zijn volgers voor miljoenen afperst, onder wie de moeder van de schutter.
De publieke stemming sloeg snel over in woede richting de LDP toen bekend werd dat niet naast Abe meer dan de helft van de LDP-leden inderdaad banden bleken te hebben met de Verenigingskerk. Over Abe zelf werd ook steeds meer duidelijk; het ene na het andere schandaal waarbij de oud-premier betrokken was, werd breed uitgemeten in de media. Steeds meer mensen toonden begrip voor de motieven van de dader, al werd zijn actie wel bekritiseerd.
Nog geen acht maanden na de aanslag op Abe werd Japan opnieuw opgeschrikt; een man gooide een voorwerp richting premier Kishida, toen de premier op het punt stond een toespraak te geven in een kleine havenstad in West-Japan. Enkele seconden later volgde een keiharde knal met veel rook. Het bleek een mislukte aanslag met een pijpbom.
Het verschil met de aanslag op Abe was direct zichtbaar: Kishida werd direct weggetrokken door de beveiliging en de dader werd overmeesterd voordat hij een tweede bom kon gooien. Ondanks die snelle reactie was de boodschap duidelijk: Japan is niet meer veilig voor politici.
Ook voor de man die Kishida wilde vermoorden, ontstond begrip. Hij hield zich stil tijdens politieverhoren, maar zijn motief was duidelijk door een uitgebreid beklad over de staat van de Japanse politiek, dat hij deelde op Twitter. Dat was volgens hem enkel toegankelijk voor politieke dynastieën en rijken.
Het is een sentiment dat breed wordt gedeeld in Japan. Veel Japanners voelen zich politiek machteloos, in het bijzonder jongeren. Slechts een op de drie trekt naar de stembus en de opkomst bij zowel landelijke als lokale verkiezingen wordt steeds lager.
Na de moord op oud-premier Abe zeiden veel LDP-partijleden dat ze hun banden met de Verenigingskerk hebben verbroken. Desondanks zakte het vertrouwen in de Japanse politiek in het jaar na de aanslag tot een dieptepunt.
Experts wijzen erop dat het brede begrip voor de motieven van