Hongkongse politie looft beloning uit voor arrestatie dissidenten in buitenland
Gepubliceerd op 03/07/2023 17:00 in Buitenland
De politie van Hongkong heeft voor het eerst een beloning uitgeloofd voor informatie die leidt tot de arrestatie van acht dissidenten die zich in het buitenland bevinden. Deze stap is genomen onder de veiligheidswet die China in 2020 heeft ingevoerd voor de bijzondere bestuurlijke regio. Onder de gezochte personen bevinden zich voormalige parlementsleden, een online commentator, een hoogleraar in de rechten en enkele activisten. Het gaat om zeven mannen en een vrouw in de leeftijd van 26 tot 74 jaar. De dissidenten zijn gevlucht naar verschillende landen, waaronder Australië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Hoogleraar Kevin Yam van de Georgetown-universiteit reageert op de actie van de politie en stelt dat dit laat zien dat de veiligheidswet ook buiten de grenzen van Hongkong geldt. Yam wordt gezocht omdat hij opriep tot sancties tegen China vanwege de repressie in Hongkong. De andere gezochte personen worden net als Yam verdacht van samenzwering met buitenlandse mogendheden tegen China. Daarnaast zijn er aantijgingen van andere zaken die de nationale veiligheid ernstig in gevaar brengen, zoals het oproepen tot verzet en subversieve activiteiten.
China heeft een beloning van ruim 100.000 euro per persoon uitgeloofd voor informatie die leidt tot de arrestatie van de dissidenten. Een woordvoerder van de politie benadrukt dat het ook illegaal is om de acht personen online of financieel te helpen. De politie roept iedereen op om zich aan de wet te houden, omdat die strikt zal worden toegepast. Hoewel de politie weinig kan doen zolang de dissidenten in het buitenland verblijven, worden ze toch op de lijst van gezochte personen geplaatst.
Hoewel Kevin Yam Hongkong mist, is terugkeer voor hem uitgesloten onder de huidige omstandigheden. Hij blijft strijden tegen wat hij de Chinese tirannie noemt en zal blijven spreken over wat er in de stad gebeurt, die ooit de vrijste was in heel Azië.
Toen Hongkong in 1997 aan China werd overgedragen door Groot-Brittannië, werden er afspraken gemaakt om de burgerrechten van de inwoners te waarborgen. Echter, in de afgelopen jaren heeft China systematisch deze rechten afgebouwd, naar eigen zeggen om de onrust in de stad tegen te gaan. Vooral de veiligheidswet die in 2020 werd ingevoerd, werd bekritiseerd omdat deze bedoeld zou zijn om de vrijheid van meningsuiting te beperken. Volgens de woordvoerder van de politie is de wet sinds de invoering 260 keer gebruikt om mensen op te pakken, waarvan 79 keer heeft geleid tot veroordelingen wegens ondermijning en terrorisme.