Conservatieve meerderheid Amerikaans Hooggerechtshof zet streep door sociaal-liberale wetten
Gepubliceerd op 01/07/2023 08:00 in Buitenland
De conservatieve meerderheid in het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft deze week enkele sociaal-liberale wetten die al jaren golden, verworpen. Hiermee wordt andermaal de diepe kloof tussen progressief en conservatief Amerika duidelijk. Beide stromingen proberen via de rechterlijke macht hun ideaalbeeld van Amerika uit te voeren, en het Hooggerechtshof fungeert als hun belangrijkste strijdtoneel.
Het hof heeft onder andere bepaald dat universiteiten en hogescholen geen voorrang meer mogen geven aan mensen van kleur. Dit maakt het met name voor zwarte Amerikanen lastiger om aangenomen te worden. Daarnaast heeft het hof een christelijke webdesigner in het gelijk gesteld, waarbij is bepaald dat zij op basis van vrijheid van meningsuiting homostellen als klant mag weigeren. Tot slot heeft het conservatieve hof een plan van de regering-Biden om studieschulden kwijt te schelden afgewezen.
Deze uitspraken volgen op een eveneens opzienbarende beslissing van vorig jaar, toen het conservatieve hof het landelijke recht op abortus heeft teruggedraaid. President Biden heeft deze week fel gereageerd door het hoogste rechtsorgaan als 'niet normaal' te bestempelen en te stellen dat het hof de grondwet niet goed interpreteert.
Sinds de benoeming van drie conservatieve rechters door Donald Trump heeft het huidige Hooggerechtshof, na decennia van redelijke balans, de meest conservatieve samenstelling in negentig jaar. Uit onderzoek van publieke radiozender NPR blijkt dat 62 procent van de uitspraken van dit hof in het voordeel van een conservatief-christelijke denkwijze uitvalt.
Conservatieve rechters in het Hof, zoals Neil Gorsuch en Brett Kavanaugh, zijn voorstanders van "originalism" en "textualism"; concepten die een letterlijke interpretatie van de Amerikaanse grondwet ondersteunen. Deze lezing is met name populair onder conservatieven en stelt dat iedereen gelijk is volgens de tekst van de grondwet, zonder uitzonderingen op basis van ras of sociale omstandigheden.
Deze interpretatie druist recht in tegen de kern van de Democratische politiek, namelijk dat de overheid haar macht moet gebruiken om sociale ongelijkheden recht te trekken en mensen in achtergestelde posities te ondersteunen. Burgerrechtenadvocaten zien de recente uitspraken van het Hooggerechtshof als het opwerpen van barrières op basis van ras, een strijd waar hun voorouders decennialang voor hebben gevochten. Daarentegen juichen invloedrijke conservatieve organisaties het terugdraaien van positieve discriminatie in het hoger onderwijs juist toe, en zien zij de beslissing als een triomfantelijke terugkeer naar het herstel van de grondwet.
Voor conservatieve Amerikanen waren de jaren onder president Obama en zijn rechterhand Biden een gruwel. Het homohuwelijk werd wettelijk vastgelegd en er werden eerste stappen gezet voor gedeelde toiletten voor transgenders. Vanuit christelijke hoek en in conservatieve media werd steeds vaker een beeld geschetst dat Amerika ten onder zou gaan als liberale democraten het voor het zeggen zouden hebben.
Daarom proberen conservatieve organisaties al jaren via politieke benoemingen van rechters hun macht uit te oefenen. Dankzij Trump is dat met de benoeming van drie conservatieve rechters in het Hooggerechtshof gelukt. Hoewel Trump mogelijk slechts één termijn president is geweest, zal zijn invloed via de uitspraken van dit hof nog minstens een kwart eeuw merkbaar zijn.
De meest recente uitspraken zullen waarschijnlijk de discussie over een herinrichting van het Hof weer aanwakkeren. Er wordt al langer gesproken over het uitbreiden van het h