Gerechtshof Den Haag wijst verzoek tot beslaglegging Maleisië op bezittingen in Nederland af
Gepubliceerd op 27/06/2023 23:00 in Buitenland
Het gerechtshof in Den Haag heeft Maleisië in het gelijk gesteld in een arbitragezaak van 14,9 miljard dollar compensatie. Een Franse rechtbank had eerder geoordeeld dat de nazaten van de sultan van Sulu wereldwijd recht hebben op deze vergoeding van Maleisië. De nazaten zijn in verschillende landen procedures gestart om beslag te leggen op bezittingen van Maleisië in die landen. Het gerechtshof in Den Haag heeft nu echter het verzoek van de eisers om het Franse vonnis in Nederland uit te voeren afgewezen, omdat het hof van mening is dat er een aantal eisen ontbreekt in het bijna 150 jaar oude contract, waaronder een clausule die de twee partijen bindt aan arbitrage.
Premier Anwar Ibrahim van Maleisië noemt het oordeel een mijlpaal in het dossier en stelt dat zijn regering nu dichterbij dan ooit is in het volledig tenietdoen van deze oplichting. Toch is de juridische strijd om het miljardenbedrag nog niet gestreden. In Luxemburg is het bijvoorbeeld wel gelukt om beslag te laten leggen op twee dochterbedrijven van het Maleisische staatsoliebedrijf Petronas.
De vergoeding is gebaseerd op de exploitatierechten die de sultan van Sulu in 1878 toekende aan twee koloniale ondernemers in ruil voor jaarlijkse vergoedingen. Het sultanaat besloeg destijds delen van het huidige Maleisië op het eiland Borneo, waar later grote oliereserves zijn gevonden. De nazaten maken aanspraak op een deel van het geld dat is verdiend met deze olievelden. Ook enkele eilanden die nu onderdeel zijn van de Filipijnen behoorden anderhalve eeuw geleden tot het sultanaat.
De betalingen aan de nakomelingen van de sultan werden gestopt nadat Filipijnse aanhangers van iemand die zichzelf had uitgeroepen tot Sulu's nieuwe sultan, Jamalul Kiram III, het gebied hadden aangevallen. De acht Filipijnen die menen recht te hebben op de miljardenvergoeding hebben de aanval veroordeeld. Volgens Reuters bestaat de groep deels uit afstammelingen van Kiram III, onder wie de dochter en een aantal nichten van de zelfverklaarde sultan.
De juridische kosten van de zaak zijn geraamd op zeker 20 miljoen dollar. Advocaat Paul Cohen, die de groep nakomelingen vertegenwoordigt, is teleurgesteld over het oordeel van het gerechtshof in Den Haag en overweegt om in cassatie te gaan. De strijd om de vergoeding is dus nog niet gestreden.