Groen keert terug in Chinese woestijn door miljarden bomen en planten
Gepubliceerd op 25/06/2023 21:00 in Buitenland
Mengke Dalai is een herder die zijn vee laat grazen in de Kubuqiwoestijn in China. Hoewel er nog niet veel groen te vinden is, is hij blij dat er enige vooruitgang is geboekt. Door menselijke activiteiten en overbegrazing was begroeiing vrijwel verdwenen uit de woestijn. In 2002 was slechts 0,8% van het landoppervlak bedekt met bomen, maar in 2020 zou dit opgekrikt zijn tot 15,4%, aldus de autoriteiten. Woestijnen beslaan meer dan een kwart van het Chinese landoppervlak.
Dankzij het planten van tientallen miljarden bomen en planten wordt het groen langzaam teruggebracht in de woestijnen van China. Yili, een bedrijf dat zich al 35 jaar inzet om de Kubuqiwoestijn te vergroenen, heeft inmiddels zo'n 65% van het gebied bedekt met groen. Dit gebeurt door middel van grondboren op benzine en handmatige besproeiing van de geplante bomen. Het overlevingspercentage van de beplante struiken is gestegen van 10 à 20% naar 80 tot 90%, door het kiezen van struiken met relatief kleine bladeren die minder water gebruiken.
Het vergroenen van de woestijnen is niet alleen bedoeld om bescherming te bieden tegen het zand, maar ook om zandstormen tegen te gaan. Het aantal zandstormen in China neemt toe, mede door klimaatverandering. Peking is herhaaldelijk bedekt met een dikke laag zand bij stormen. In de eerste maanden van dit jaar gebeurde dat elf keer, een langjarig record. Xi Jinping, de partijbaas van China, heeft aangegeven dat er vooruitgang is geboekt, maar dat er nog veel werk te doen is.
Hoewel er nog een lange weg te gaan is, wordt er gestaag vooruitgang geboekt. Het vergroenen van de woestijnen in China is een langdurig proces, maar zou in 2050 voltooid moeten zijn. Herder Mengke Dalai is voorbereid op eventuele tegenslagen en heeft een restaurant geopend en houdt zich bezig met woestijntoerisme om zijn winstkansen te spreiden.