Nederland begint met voedseldroppings boven Gaza
Gepubliceerd op 08/08/2025 06:00 in Buitenland
Nederland is vandaag gestart met het droppen van voedsel en andere hulpgoederen boven Gaza. Een militair transportvliegtuig is eerder deze week vertrokken vanaf Eindhoven Airport naar Jordanië, waar het wordt volgeladen. Hulporganisaties uiten kritiek op de droppings, die zij gevaarlijk, duur en niet toereikend vinden.
Volgens Olga Cherevko, woordvoerder van de VN-organisatie OCHA, is elke poging om hulp te bieden welkom vanwege de grote nood. Echter, hulp via land is volgens haar veel effectiever en kostenefficiënter dan droppings. Een vrachtwagen kan namelijk veel meer hulpgoederen vervoeren.
Na goedkeuring van het kabinet vorige week op verzoek van Jordanië, zal het Nederlandse vliegtuig de komende twee weken dagelijks een vlucht maken. De pakketten die aan parachutes hangen bevatten drinkwater, medicijnen en houdbaar voedsel.
De eerste Nederlandse dropping valt samen met het besluit van het Israëlische veiligheidskabinet om de oorlog verder uit te breiden. Hulporganisaties benadrukken dat droppings een uiterste redmiddel zouden moeten zijn, en pleiten voor directe toegang tot Gaza om de hulpgoederen te kunnen leveren.
De situatie in Gaza is volgens hulporganisaties alarmerend. Door een gebrek aan hulpgoederen lijden veel Palestijnen honger en is er een groot tekort aan medische hulp. Voedseldroppings worden gezien als een symbolische poging om politici te sussen, terwijl directe toegang tot het gebied de beste oplossing zou zijn.
Het is bekend dat voedseldroppings niet zonder risico zijn. Er zijn al gewonden en doden gevallen doordat parachutes niet opengingen of pakketten verkeerd terechtkwamen. Bovendien is er geen controle over wie de hulp ontvangt, waardoor kwetsbare groepen vaak achtergesteld worden.
Hulporganisaties benadrukken dat directe toegang tot Gaza de enige duurzame oplossing is voor de humanitaire crisis. Voedseldroppings kunnen tijdelijke verlichting bieden, maar zijn geen structurele oplossing voor het grote tekort aan hulp in het gebied.