Nederlandse kabinetsleden moeten meelopen in Pride-mars Boedapest

Gepubliceerd op 22/05/2025 16:00 in Buitenland

Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt een motie van Volt en de VVD waarin wordt opgeroepen tot deelname van Nederlandse kabinetsleden aan de Pride-mars in Boedapest, Hongarije eind volgende maand. Dit naar aanleiding van het verbod dat het Hongaarse parlement heeft ingesteld op de jaarlijkse Pride-mars in de stad, als onderdeel van het anti-lhbti-beleid van premier Orbán en zijn Fidesz-partij.

De Nederlandse regering heeft de Hongaarse wet direct veroordeeld en vindt dat een delegatie naar de bijeenkomst gestuurd moet worden, met het verzoek aan andere EU-lidstaten om hetzelfde te doen. De indieners van de motie vinden dat het verbod in strijd is met de kernwaarden van de Europese Unie, zoals vrijheid, rechtsstaat en democratie.

Minister Brekelmans van Defensie heeft aangegeven dat het kabinet overweegt om ministers of staatssecretarissen naar de Pride-mars te sturen. Hij benadrukt echter dat de organisatie van het evenement moeilijker kan worden als het kabinet zich al te vroeg uitspreekt. Er is momenteel nog geen officiële vergunning aangevraagd voor de mars en dus is er nog geen definitief besluit genomen over de deelname van Nederlandse kabinetsleden.

Desondanks heeft een meerderheid van de Kamer vóór de motie gestemd. Regeringspartijen NSC en BBB steunden de motie, terwijl de PVV tegenstemde. Verschillende Kamerleden hebben aangegeven van plan te zijn om volgende maand naar Hongarije te reizen om deel te nemen aan de Pride-mars, ondanks mogelijke tegenmaatregelen van de regering-Orbán.