DNB rapporteert dat 1/3 van de banken en financiële instellingen sanctielijst niet effectief kan uitvoeren

Gepubliceerd op 12/06/2023 15:00 in Binnenland

Uit onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB) blijkt dat bijna anderhalf jaar na de Russische invasie in Oekraïne een derde van de banken en andere financiële instellingen niet in staat is om tegoeden op de sanctielijst op te sporen en te bevriezen. De toezichthouder op de financiële sector nam 31 instellingen onder de loep die de sancties tegen Rusland moeten uitvoeren. In totaal staan er 1473 personen en 207 organisaties op de sanctielijst, waaronder wapenfabrikanten en de Russische Centrale Bank.

DNB-divisiedirecteur Toezicht, Maarten Gelderman, legt uit dat hoewel de meeste instellingen zo'n 95 procent van de transacties kunnen vinden, sommige banken slechts 60 procent van de transacties kunnen herkennen. Dit komt mede door de complexiteit van de taken die de banken moeten uitvoeren, zoals een juiste spelling en interpretatie van de namen op de sanctielijst.

Advocaat Heleen over de Linden, die promotieonderzoek doet naar sancties tegen Russen, benadrukt dat het belangrijk is dat er geen "kleuterschoolfouten" worden gemaakt bij het uitvoeren van sancties. De Vereniging van Nederlandse Banken (VNB) erkent uitdagingen bij het uitvoeren van sancties, maar stelt dat het over het algemeen goed gaat.

De teller van bevroren tegoeden in Nederland stokt sinds het voorjaar van 2022 op een bedrag van €644,5 mln, wat een klein aandeel is van de €200 mld die in de hele EU is vastgezet. Er wordt geen signalen ontvangen dat Nederland bevriezingen heeft misgelopen, maar experts merken op dat er meer bevroren had kunnen worden en dat het ontbreken van regie door het kabinet een van de problemen is. GroenLinks en SP zijn kritisch op het kabinet en pleiten voor een duidelijk overheidsloket voor vragen over de sancties.

DNB heeft de betaalinstellingen die een onvoldoende scoorden een laatste waarschuwing gegeven en bij een blijvende onvoldoende volgen formele maatregelen. De ministers Hoekstra en Kaag willen in gesprek gaan met experts die tekortkomingen in het stelsel ervaren.