Wachttijden voor behandeling in de geestelijke gezondheidszorg blijven stijgen
Gepubliceerd op 11/02/2025 20:00 in Binnenland
Uit nieuwe cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat de wachttijden voor de meeste behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) nog steeds toenemen. Mensen die bijvoorbeeld kampen met een persoonlijkheids- of eetstoornis moeten te lang wachten op psychische hulp.
Volgens de richtlijnen zou iemand na een doorverwijzing binnen vier weken een aanmeldgesprek moeten krijgen. Helaas lukt dit slechts in een derde van de gevallen. Daarna zou de behandeling binnen veertien weken moeten starten, maar dit gebeurt maar bijna 61 procent van de patiënten. Bij ernstigere problemen is de wachttijd gemiddeld langer.
Voor mensen met persoonlijkheidsstoornissen is de wachttijd het langst, namelijk 28 weken. Vorig jaar was dit nog 24 weken. Mensen met een dwang- of eetstoornis moeten respectievelijk 25 of 23 weken wachten.
Patiënten met lichte tot matige problemen, zoals een burn-out, komen meestal wel binnen de afgesproken termijn aan de beurt voor behandeling.
Eind vorig jaar bleek uit onderzoek dat de helft van de ggz-aanbieders fouten maakten bij het aanleveren van wachtlijstinformatie, waardoor niet duidelijk was hoeveel patiënten daadwerkelijk moesten wachten. De NZa heeft sindsdien aanpassingen doorgevoerd om dit te verbeteren.
De cijfers zijn echter nog niet compleet, aangezien alleen ggz-zorgaanbieders met meer dan tien zorgverleners verplicht zijn om informatie over wachttijden te melden. Desondanks geven de cijfers wel een beeld van de wachttijden in de ggz en daarmee de toegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg, aldus de NZa.