Onderzoek toont nalatigheid bij transport Dacische topstukken naar Drents Museum
Gepubliceerd op 07/02/2025 19:00 in Binnenland
Het Nationaal Historisch Museum in Boekarest en het Roemeense ministerie van Cultuur hebben zich niet aan de wet gehouden bij het transport van de Dacische topstukken naar het Drents Museum in Assen. Dit blijkt uit onderzoek van het toezichtsorgaan van de Roemeense premier, waarbij tekortkomingen in de beveiliging, onzorgvuldige procedures en het nalaten van een tijdige taxatie van de stukken aan het licht kwamen.
De gestolen topstukken, waaronder een gouden helm en drie armbanden, zijn nog niet teruggevonden nadat ze in januari uit het Drents Museum zijn gestolen. Er wordt gevreesd dat het goud is omgesmolten.
Het Roemeense rapport wijst op het ontbreken van bewaking bij het Drents Museum, terwijl andere tentoonstellingen van dezelfde kunst elders wel permanente fysieke beveiliging hadden. Directeur Harry Tupan van het Drents Museum benadrukt echter dat de beveiliging op orde was en dat men niet opgewassen was tegen het gebruik van explosieven door de dieven.
Daarnaast blijkt uit het rapport dat de stukken niet regelmatig opnieuw zijn getaxeerd, wat wel verplicht is volgens de wet. Hierdoor kan de waarde van de stukken mogelijk te laag zijn ingeschat in het contract tussen de musea.
Als de gestolen stukken niet worden teruggevonden, zal de Nederlandse regering moeten opdraaien voor de schade van 5,8 miljoen euro. Minister van Cultuur Bruins noemt dit een "dure grap" voor de staat. Het Drents Museum zal enkel het eigen risico betalen, maar de hoogte daarvan is niet bekend.
Op dit moment zijn er drie verdachten aangehouden in verband met de kunstroof, maar over hun rol is nog niets bekendgemaakt. Het onderzoek loopt nog en de resultaten zullen worden overhandigd aan het Roemeense Openbaar Ministerie.