Justitieel Complex Schiphol geen geschikte locatie voor asielzoekers, oordeelt rechtbank
Gepubliceerd op 01/02/2025 01:00 in Binnenland
Het Justitieel Complex Schiphol is door de rechtbank Amsterdam ongeschikt bevonden voor het vasthouden van asielzoekers vanwege te veel gelijkenissen met een detentieomgeving. Minister Faber van Asiel en Migratie is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak, aldus de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Het hoger beroep zal worden behandeld door de Raad van State, die eerder deze week oordeelde dat het Justitieel Complex Schiphol nog steeds een rechtmatige locatie is voor het huisvesten van asielzoekers.
In het complex, dat in 2013 werd geopend, zitten veroordeelden hun straf uit en wordt ook een aparte afdeling gebruikt door de IND om asielzoekers op te vangen die niet voldoen aan de toegangsvoorwaarden tot Nederland.
Het aantal asielzoekers dat vastzit in het Justitieel Complex Schiphol is aanzienlijk gestegen, waardoor het moeilijker is geworden om gevangenen en asielzoekers gescheiden te houden, volgens Karen Geertsema, docent Rechtssociologie en Migratierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Op dit moment verblijven naar verluidt 170 asielzoekers in het complex.
Verschillende asielzoekers hebben beroep aangetekend tegen hun detentie, omdat zij vinden dat hun vrijheidsrecht wordt geschonden en de omstandigheden te veel lijken op een gevangenisomgeving.
Naar aanleiding van het beroep heeft de rechtbank een onderzoek ingesteld naar de omstandigheden en heeft een bezoek gebracht aan het complex voor een gedetailleerde analyse.
De rechtbank Amsterdam concludeert nu dat de afdelingen voor asielzoekers vergelijkbaar zijn met die voor veroordeelden via het strafrecht. De leefomstandigheden zijn ook gelijkwaardig, waarbij asielzoekers hun cel moeten delen, beperkt mogen luchten en beperkt gebruik kunnen maken van communicatiemiddelen.
Geertsema wijst ook op het tekort aan personeel, waardoor asielzoekers langer opgesloten zitten en minder vaak naar buiten kunnen.
De Raad van State zal nu de zaak beoordelen en een uitspraak doen op basis van de feitelijke beschrijving van de leefomstandigheden in het justitieel complex.