Politie wil minder tijd kwijt zijn aan meldingen over verward gedrag
Gepubliceerd op 16/01/2025 04:00 in Binnenland
De politie heeft aangegeven dat zij minder tijd wil besteden aan meldingen over verward gedrag, aangezien het aantal meldingen het afgelopen jaar verder is gestegen tot bijna 150.000. Vaak gaat het om situaties die niet acuut zijn maar wel veel tijd van agenten in beslag nemen. De politie dringt er bij het kabinet op aan om te investeren in de geestelijke gezondheidszorg (ggz).
Om de situatie te verbeteren, pleit de politie voor ggz-medewerkers op iedere meldkamer om de telefoontjes te beoordelen, 24-uurs beschikbaarheid van hulpverleners en meer opvangplekken voor mensen met onbegrepen gedrag.
Politiechef Martin Sitalsing van Noord-Nederland en portefeuillehouder Zorg en Veiligheid benadrukt dat veel van de meldingen niet bij de politie thuishoren, maar eerder bij de ggz of sociale teams van de gemeente. Hij pleit ervoor dat naast de brandweer en ambulance ook de ggz een vaste plek krijgt in de meldkamer.
Het is voor de politie vaak lastig om de ernst van een situatie met een verward persoon in te schatten. Lector Bauke Koekkoek van de Politieacademie benadrukt dat een ggz-medewerker op de meldkamer hierbij kan helpen door meer achtergrondinformatie te verschaffen.
Naast betere hulp bij meldingen over verward gedrag, wil de politie ook een verbetering van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Sitalsing vindt dat er meer geld moet komen voor de hulp aan verwarde personen, zoals 24-uurs bereikbaarheid binnen de ggz en meer tijdelijke opvangplekken.
Initiatieven zoals de inzet van een interventiemedewerker bij de Nederlandse Spoorwegen om mensen met onbegrepen gedrag te helpen, worden positief ontvangen. Deze aanpak kan de politie helpen doordat zij niet altijd meer hoeven worden ingeschakeld in dergelijke situaties.
Het is volgens betrokkenen essentieel om goed samen te werken tussen instanties om een effectieve aanpak te vinden voor personen met onbegrepen gedrag. Het oplossen van dit maatschappelijke probleem vereist een gezamenlijke inspanning.