Zorgen in Nederlandse agrarische sector na uitbraak mond-en-klauwzeer in Duitsland

Gepubliceerd op 12/01/2025 22:00 in Binnenland

De recente uitbraak van mond-en-klauwzeer in Duitsland zorgt voor bezorgdheid in de agrarische sector in Nederland. Hoewel de ziekte hier nog niet is vastgesteld, roepen herinneringen aan de uitbraak van 2001 angst op. Destijds werden uit voorzorg meer dan 270.000 dieren op 2921 Nederlandse bedrijven afgemaakt.

CDA-Kamerlid en melkveehouder Eline Vedder noemt het bericht over Duitsland "ontzettend schrikken". Ook Jos Verstraten, melkveehouder en bestuurder van landbouworganisatie LTO, uit zijn bezorgdheid. De BBB benadrukt dat de recente gebeurtenissen bij duizenden veehouders "een grote wond openrijten".

Minister Wiersma van Landbouw geeft aan dat er momenteel geen aanleiding is om te denken dat Nederland besmet is, maar neemt toch voorzorgsmaatregelen. Er geldt een landelijk afvoerverbod voor vleeskalveren, met uitzondering van de afvoer naar de slachterijen.

Daarnaast mogen op vleeskalverbedrijven enkel nog noodzakelijke bezoekers zoals dierenartsen langskomen. Instellingen grijpen ook in door bij natuurgebieden met veel herten wandelpaden af te sluiten om besmettingsrisico's te verminderen.

Melkveehouder Bart Belser uit zijn vrees voor een herhaling van de gebeurtenissen in 2001, waarbij ruimingen plaatsvonden. Het verplicht vaccineren van runderen tegen MKZ werd in 1991 afgeschaft vanwege de hoge kosten en beperkte bescherming. Ondanks enkele internationale uitbraken acht onderzoeker Aldo Dekker van de Wageningen University de kans op een grote uitbraak momenteel klein.

Boer Belser blijft echter alert op mogelijke besmettingen, vooral vanwege de onzichtbaarheid van het virus. Autoriteiten en landbouworganisaties tonen vooralsnog geen paniek, mede dankzij de snelle reactie van de Duitse autoriteiten na de ontdekking van mond-en-klauwzeer.

Lees meer nieuws in binnenland