Rechtbank oordeelt: Minister Faber moet bed-bad-broodopvang in Utrecht voortzetten

Gepubliceerd op 23/12/2024 17:00 in Binnenland

De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat Minister Faber van Asiel en Migratie ook na 1 januari 2025 de huidige bed-bad-broodopvang van honderd uitgeprocedeerde asielzoekers in Utrecht moet voortzetten. Vorige week werd een vergelijkbaar besluit genomen door een rechter in Rotterdam, waar het ging om 22 mensen die de opvang moeten blijven ontvangen.

In september kondigde Minister Faber aan dat het kabinet geen geld meer zou verstrekken aan gemeenten voor de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV), ook wel bekend als de bed-bad-broodregeling. Honderd asielzoekers in Utrecht hadden bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

De rechtbank oordeelde dat het belang van de asielzoekers, die anders op straat zouden belanden in het nieuwe jaar, zwaarder weegt dan het financiƫle belang van de minister. Faber is van mening dat de LVV niet door het Rijk gefinancierd hoeft te worden en stelt voor dat de uitgeprocedeerde vluchtelingen naar een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) in Ter Apel kunnen worden verplaatst.

Echter, de rechter twijfelt of dit een haalbare oplossing is. Het is niet duidelijk of de vreemdelingen voldoen aan de toegangsvoorwaarden van de VBL en of er genoeg bedden beschikbaar zijn. Daarnaast betwijfelt de rechter of Faber puur uit financiƫle overwegingen handelt, aangezien ook aan de opvang in een VBL kosten verbonden zijn en de minister niet heeft onderbouwd dat deze kosten lager zouden zijn dan die van de LVV.

In Amsterdam dient morgen een soortgelijke zaak omtrent de bed-bad-broodopvang en in Eindhoven zijn eerder 27 asielzoekers naar de rechter gestapt. De gemeente daar heeft toegezegd de opvang voorlopig zelf te zullen bekostigen.

Lees meer nieuws in binnenland