Zuid-Limburg krijgt instituut voor afhandeling mijnschade

Gepubliceerd op 25/05/2023 19:01 in Binnenland

Staatssecretaris Hans Vijlbrief heeft tijdens een overleg in Heerlen toegezegd dat Zuid-Limburg een instituut krijgt voor de afhandeling van mijnschade. Dit instituut was de wens van de regio, waar naar schatting 10.000 huizen schade hebben door de mijnen. Bewoners wachten nog steeds op een regeling om de schade te verhelpen. Gemeenten, de provincie en de staatssecretaris hebben geleerd van de ervaringen in Groningen met de schadeafhandeling van de gaswinning en willen de menselijke maat inbrengen.

Het is de bedoeling dat de regeling er nog dit jaar komt. Gemeenten, provincie en de staatssecretaris praten nog verder over de precieze invulling. De bedoeling is dat mensen met kleinere schades ook bij het instituut terechtkunnen. Hoe de schaderegeling precies eruit gaat zien is nog onduidelijk. De vraag is vooral in hoeverre mensen moeten bewijzen dat de schade is ontstaan door de mijnbouw. Wethouder Casper Gelderblom van Heerlen namens tien mijnstreekgemeenten zegt dat ze daar mild in willen zijn en niet eindeloze procedures met veel bureaucratie willen.

Mensen met schade aan huis kunnen tot nu toe terecht bij twee instanties. De Technische commissie bodembeweging kreeg tot en met 2022 in totaal 113 aanvragen. In achttien gevallen oordeelde die commissie dat de schade ontstond door nasleep van de mijnbouw. Voor huizen met ernstige schades die dreigen in te storten is er het tijdelijke Calamiteitenfonds Mijnwaterschade. Die kreeg 45 aanvragen, waarvan 24 werden toegewezen. Het totaalbedrag voor het herstellen van huizen was vier miljoen euro. De nieuwe algemene regeling moet deze fondsen vervangen.

Het instituut in Zuid-Limburg is bedoeld om te voorkomen dat de belangen van inwoners stelselmatig worden genegeerd en dat het ontbreekt aan zorg en aandacht voor het gebied, zoals gebeurde in Groningen. De regeling in Zuid-Limburg moet daarom menselijk en mild worden, waarbij het op basis van aannemelijkheid gaat. Staatssecretaris Vijlbrief geeft aan dat mijnbouwschade niet aan te tonen is, maar wel aannemelijk kan zijn. De precieze invulling van de regeling wordt de komende tijd duidelijk.