Discriminatie en racisme in politiek debat over hoofddoek

Gepubliceerd op 08/07/2024 02:00 in Binnenland

In het eerste debat van het nieuwe kabinet over hoofddoeken voelden niet alle Nederlanders zich vertegenwoordigd, aldus Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh. Volgens hem ging het debat alle grenzen over en was het pijnlijk om te constateren.

Tijdens het debat riepen linkse oppositiepartijen en D66 premier Schoof op om afstand te nemen van uitspraken van de PVV-ministers Agema en Faber over hoofddoeken. Schoof benadrukte dat hij een minister-president wil zijn voor álle Nederlanders, maar vicepremier Agema stookte het vuur op door een tweet te sturen over hoofddoeken. Ondanks latere spijt verwijderde zij de tweet niet.

Baldewsingh noemde de gebeurtenissen in het parlement "in- en intriest", en benadrukte dat dit niet alleen discriminatie is, maar ook het wegzetten van grondrechten. Hij vond dat de democratie ernstig aangetast werd en dat mensen met een hoofddoek zich nu afvragen of ze wel welkom zijn in Nederland.

Mona Hegazy, aangesloten bij het collectief S.P.E.A.K., deelde haar angst om uitgesloten te worden vanwege haar keuze om een hoofddoek te dragen. Ook Chadiedja Buijs, een lid van het collectief maar zonder hoofddoek, benadrukte dat vrijheid betekent dat mensen zelf moeten kunnen kiezen wat ze dragen en dat vrouwen met een hoofddoek niet als slachtoffers gezien moeten worden.

Kamerlid Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) verdedigde haar keuze om een hoofddoek te dragen en sprak haar steun uit voor vrouwen die dezelfde keuze maken. Lahlah vond het belangrijk om te laten zien dat je succesvol kunt zijn met een hoofddoek en hoopt op meer diversiteit in de Tweede Kamer.

Baldewsingh prees Lahlah om haar betoog en vond het een opsteker in een pijnlijk debat. Hij veroordeelde de dehumanisering van Lahlah door opmerkingen over haar hoofddoek en benadrukte dat het verdelen van mensen in plaats van verenigen het land niet vooruit helpt. Hij hoopte dat vrouwen met hoofddoek zich door Lahlah gezien en gehoord voelden.