Stijging in aantal Nederlandse jongeren in jeugdzorg

Gepubliceerd op 30/04/2024 06:00 in Binnenland

Vorig jaar ontvingen ongeveer 474.000 Nederlandse jongeren, wat neerkomt op 1 op de 9 jongeren tot 23 jaar oud, een vorm van jeugdzorg. Dit is een toename van 10.000 jongeren vergeleken met het voorgaande jaar, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), wat overeenkomt met een stijging van 2,2 procent.

De stijging wordt voornamelijk toegeschreven aan een groter aantal tienermeisjes tussen 12 en 18 jaar die hulp hebben gekregen, met name in de categorie 'jeugdhulp zonder verblijf'. Dit omvat hulp bij psychische of gedragsproblemen waarbij de jongere thuis blijft wonen en individuele of groepstherapiesessies bijwoont. Bijna 18 procent van de tienermeisjes ontving deze vorm van hulp afgelopen jaar.

Jongens in de basisschoolleeftijd ontvangen deze vorm van jeugdhulp nog vaker, met ongeveer 22 procent van de jongens tussen 8 en 12 jaar oud die gebruik maken van deze vorm van hulp. Dit percentage is de afgelopen drie jaar stabiel gebleven.

De meerderheid van de jongeren in de jeugdzorg maakt gebruik van jeugdhulp zonder verblijf, met 447.000 jongeren, wat overeenkomt met 94 procent van het totaal.

Ondanks de toename van het totale aantal jongeren in de jeugdzorg, rapporteert het CBS een daling in meer ingrijpende categorieën van zorg. Het aantal jongeren in jeugdhulp met verblijf is met 5 procent afgenomen, terwijl het aantal ondertoezichtstellingen met 15 procent en het aantal voogdijschappen met 10 procent zijn gedaald. De reden voor deze dalingen is echter niet door het CBS gemeld.

Het CBS benadrukt dat het aantal jongeren in de jeugdzorg sterk varieert binnen Nederland, met percentages van meer dan 15 procent in steden zoals Tiel en Veendam, tot minder dan 6 procent in bijvoorbeeld Schiedam, Maassluis en Raalte. Deze variatie kan te wijten zijn aan sociaal-economische verschillen tussen gemeenten, maar ook aan variaties in de organisatie van de jeugdzorg door elke gemeente.