Nederland investeert in onderzoek naar slavernijverleden in het buitenland
Gepubliceerd op 11/04/2024 10:00 in Binnenland
Het Nederlandse kabinet heeft besloten om geld beschikbaar te stellen voor onderzoek naar het slavernijverleden in het buitenland. Op deze manier hoopt het kabinet een bredere kijk te krijgen op deze gedeelde geschiedenis, aangezien tot nu toe voornamelijk vanuit een koloniaal perspectief is geschreven.
Demissionair minister Dijkgraaf van Onderwijs benadrukt het belang van verschillende perspectieven. Hij merkt op dat het onderzoek tot nu toe vaak vanuit Nederland plaatsvond, zonder directe betrokkenheid van de mensen die zelf ter plekke werken en leven.
Tijdens een bezoek aan Aruba kondigde de minister aan dat er tot 2027 375.000 euro wordt uitgetrokken voor onderzoek op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Hij wil de samenwerking stimuleren door onder andere een gedeelde leerstoel op de eilanden.
Er zal ook een apart budget komen voor de Caribische delen van Nederland (Bonaire, Saba en Sint-Eustatius). Daarnaast zijn er gesprekken gaande over meer onderzoek in Suriname, Indonesië en Zuid-Afrika, waar de minister positieve reacties op heeft ontvangen.
Minister Dijkgraaf benadrukt dat het slavernijverleden een wereldwijde puzzel is met archieven die nog geraadpleegd moeten worden, maar ook met rijke kennis in de samenlevingen zelf, zoals orale geschiedenissen en verhalen. Hij ervaart dat het onderwerp op plaatsen als Aruba, Curaçao en Sint-Maarten sterk resoneert en benadrukt de doorwerking van het verleden in het heden.
Vorig jaar werd herdacht dat het 150 jaar geleden was dat er een einde kwam aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Koning Willem-Alexander bood excuses aan tijdens de nationale herdenking, iets wat het kabinet eerder al had gedaan.
Er wordt momenteel overlegd over hoe het onderzoeksinitiatief vorm kan krijgen, met mogelijke opties zoals het opzetten van een onderzoeksnetwerk, reizende tentoonstellingen, conferenties of een boek. Minister Dijkgraaf benadrukt het belang van het toegankelijk maken van de conclusies voor een breed publiek, inclusief het aanpakken van achterhaalde of eenzijdige leerstof in schoolboeken.
Hij benadrukt het belang van het erkennen en behouden van stukken uit het verleden die soms bewust zijn weg gelaten. Het doel is niet alleen om meer kennis te vergaren, maar ook om actie te ondernemen op basis van deze kennis.