OM in hoger beroep tegen medeverdachten Ridouan Taghi in Marengo-proces

Gepubliceerd op 12/03/2024 12:00 in Binnenland

Het Openbaar Ministerie heeft besloten om in hoger beroep te gaan tegen zeven medeverdachten van Ridouan Taghi in het Marengo-proces. Justitie is van mening dat de opgelegde straffen te laag zijn en is het ook oneens met de gedeeltelijke vrijspraak van sommige verdachten.

Eerder kondigden Ridouan Taghi en Saïd R., die beiden levenslang kregen, al aan in hoger beroep te gaan tegen hun straf. In totaal werden alle zeventien verdachten in het megaproces eind februari schuldig bevonden aan betrokkenheid bij een meedogenloze moordorganisatie, geleid door Taghi.

Van de zeventien verdachten kregen drie mannen levenslang, terwijl de anderen celstraffen kregen variërend van 1 jaar en 9 maanden tot 29 jaar en 2 maanden. Het OM is tevreden met de uitkomst in vijf zaken en ziet af van hoger beroep.

Echter, het OM is van mening dat zeven verdachten er te makkelijk vanaf zijn gekomen en gaat daarom in hoger beroep. Onder hen zijn Mao R. en Achraf B., tegen wie levenslang was geëist maar die aanzienlijk lagere straffen kregen. Ook de zaken tegen Zakaria A., Mohamed M., Zaki R. en Ricardo O. worden aangevochten in hoger beroep.

Daarnaast zal het OM ook in beroep gaan tegen de veroordeling van kroongetuige Nabil B., maar dit gebeurt om procedurele redenen. Het OM wil dat het gerechtshof zich buigt over de betrouwbaarheid van zijn verklaringen en dat hij zijn afspraken nakomt om te blijven getuigen. Volgens het OM is het pas wanneer hij dit blijft doen, dat de deal voor een halvering van zijn straf definitief is afgerond.