G4 steden vragen om ruimere bevoegdheden voor handhaving verkeersveiligheid

Gepubliceerd op 07/03/2024 02:00 in Binnenland

De vier grote steden van ons land, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, hebben gezamenlijk een verzoek ingediend bij het kabinet en de Tweede Kamer om ruimere bevoegdheden te krijgen voor de handhaving van de verkeersveiligheid. Ook bekend als de G4, hopen de steden hiermee effectiever te kunnen optreden tegen verkeersovertredingen zoals snelheidsovertredingen, rijden onder invloed en asociaal rijgedrag.

Op dit moment is de handhaving van verkeersregels landelijk geregeld, waarbij de ministeries en uitvoeringsorganisaties van het Rijk verantwoordelijk zijn. Echter, de middelen zoals flitspalen zijn schaars en de politiecapaciteit is beperkt. De G4 steden stellen voor om boa's meer bevoegdheden te geven, zodat zij bijvoorbeeld snelheidscontroles met mobiele apparatuur kunnen uitvoeren en voertuigen kunnen bekeuren op basis van kenteken.

Een belangrijk argument voor het indienen van dit voorstel is de stijging van het aantal verkeersdoden en gewonden. Rotterdam heeft vandaag de verkeersveiligheidscijfers van 2023 bekendgemaakt, waaruit blijkt dat er 1.466 verkeersgewonden en 14 verkeersdoden waren, de hoogste aantallen in de afgelopen tien jaar. De grootste stijging van het aantal gewonden was onder snor- en bromfietsers.

Wethouder Karremans van Rotterdam noemt de pakkans op verkeersovertredingen "schrikbarend laag" en benadrukt dat er meer handhaving nodig is. Daarom pleiten de gemeenten ook voor meer gemeentelijke flitspalen, waarvan de inkomsten naar een verkeersveiligheidsfonds moeten gaan. Met dit fonds willen de steden onveilige straten, fietspaden en kruispunten aanpakken en extra handhaving financieren, op kosten van de verkeersovertreders.