Advocaten vechten terugsturen derdelanders aan

Gepubliceerd op 02/03/2024 13:00 in Binnenland

Een groep advocaten blijft zich verzetten tegen het terugsturen van zogenoemde derdelanders, niet-Oekraïners die in Oekraïne verbleven toen Rusland het land binnenviel. Demissionair staatssecretaris Van der Burg trok eerder de Europese bescherming voor hen in en de Raad van State besloot dat hun verblijfsrecht eindigt op 4 maart 2024.

Advocaat Marjon Ristra-Peeters stelt echter dat deze groep recht heeft op bescherming tot 5 maart 2025 en dat de uitspraak van de Raad van State gebaseerd is op een verkeerde uitleg van EU-recht. Daarom zullen zij dit aanvechten in beroepszaken.

Op dit moment zijn er nog zo'n 5000 derdelanders in Nederland. Een deel heeft al een remigratieregeling genomen of asiel aangevraagd, maar voor anderen is de toekomst na 4 maart onzeker. Voor de helft van hen zullen advocaten in beroep gaan tegen de terugkeerbesluiten die de IND heeft verstuurd.

Het COA heeft al een aparte locatie ingericht voor 60 derdelanders die niet meer terechtkunnen in de gemeentelijke opvang.

Een van de derdelanders die geraakt wordt door deze beslissing is Hamid Islam uit Pakistan. Hij is uitgenodigd door de gemeente Amsterdam om te praten over zijn plannen na 4 maart, maar geeft aan nog niet te weten wat hij gaat doen. Hamid, die werktuigbouwkunde studeerde in China en zijn master in Oekraïne bijna had afgerond toen de oorlog uitbrak, hoopt alsnog gerechtigheid te krijgen.

Voor Hamid en vele anderen is dit een deprimerend moment, aangezien hun verblijfsrecht eindigt en zij niet meer kunnen werken of studeren in Nederland. Hamid werkt momenteel bij een McDonald's-filiaal in Amsterdam, maar heeft niet genoeg geld om zijn studie voort te zetten vanwege de hoge kosten voor studenten uit Oekraïne in Nederland.