Nieuwe 'sjoemelarts' ontdekt die eigen zaad gebruikte in vruchtbaarheidskliniek
Gepubliceerd op 11/01/2024 11:00 in Binnenland
Een nieuwe zaak van een 'sjoemelarts' die zijn eigen zaad heeft gebruikt voor behandelingen in een vruchtbaarheidskliniek is aan het licht gekomen. Na eerdere schandalen met Jan Karbaat, Jos Beek en Jan Wildschut worden dergelijke gevallen steeds vaker ontdekt. Dit roept de vraag op of er mogelijk nog meer spermadonorschandalen bekend zullen worden.
Advocaat Tim Bueters, die donorkinderen bijstaat, geeft aan dat de vraag vooral is hoeveel van dit soort zaken er zijn. Het lijkt erop dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Het doneren van anoniem zaad was vóór 2004 mogelijk en dit heeft misstanden in de hand gewerkt die nu pas aan het licht komen. De vooruitgang in wetenschap en technologie heeft ervoor gezorgd dat er steeds meer mogelijkheden zijn, met name via internet en DNA-databanken.
Commerciële websites die DNA-verwantschapsonderzoek aanbieden, zoals MyHeritage en Ancestry, spelen een grote rol in het vinden van anonieme donorvaders. Hoewel deze websites primair gericht zijn op stamboomonderzoek, gebruiken donorkinderen ze om hun biologische verwantschap te achterhalen. Ties van der Meer, voorzitter van Stichting Donorkind, legt uit dat bijna alle verhalen over misstanden en onvolkomenheden bij klinieken beginnen met een zoektocht op dit soort commerciële websites.
Het hebben van veel halfbroers en -zussen is een zeldzaam fenomeen, maar er zijn zo'n twintig groepen bekend waar meer dan dertig kinderen dezelfde donorvader hebben. Maaike Janssen, een donorkind met 110 halfbroers en -zussen, benadrukt dat DNA veel meer is dan alleen een zaadje, het is de essentie van mensen.
Donorkinderen komen steeds makkelijker met elkaar in contact via sociale media en niet-commerciële DNA-databanken zoals Fiom KID-DNA Databank. Deze databank richt zich specifiek op de verwantschap tussen donor en donorkind(eren). Stichting Donorkind faciliteert ook "communities" waar donorkinderen in het geheim lid van kunnen worden om met elkaar in contact te komen zonder hun ouders te kwetsen.
Veel donorkinderen zitten nog met vragen en hun zoektocht kan jaren duren. Maar zelfs met een klein percentage mensen dat ingeschreven staat bij DNA-databanken is het mogelijk om voor bijna iedereen wel een DNA-match te vinden.