NS verzorgt treinverkeer op belangrijkste spoorlijnen tot 2033
Gepubliceerd op 21/12/2023 18:00 in Binnenland
De Nederlandse Spoorwegen (NS) zal nog tot minstens 2033 verantwoordelijk zijn voor het treinverkeer op de belangrijkste spoorlijnen in Nederland. Deze definitieve beslissing is vandaag genomen door staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur & Waterstaat, naar aanleiding van een langdurig en complex proces dat onder andere rechtszaken en Europese regels omvatte.
De overeenkomst, genaamd de hoofdrailnetconcessie, bevat de afspraken tussen het ministerie en de NS over onder andere de frequentie van treindiensten en de prijs van treinkaartjes. Het hoofdrailnet omvat de drukste spoorlijnen van het land met het grootste aantal reizigers.
Voor treinreizigers zal er voorlopig weinig veranderen. De kern van de afspraken is dat op alle binnenlandse spoorlijnen waar op dit moment NS-treinen rijden, deze de komende jaren ook zullen blijven rijden. De NS mag dus geen treindiensten verminderen, maar wel uitbreiden.
Het ministerie heeft besloten dat de stoptreinen van Zwolle naar Groningen en Leeuwarden ook in handen van de NS zullen blijven. Andere vervoerders, zoals Arriva, hadden gehoopt hier de concurrentie met de NS aan te kunnen gaan, maar het ministerie is voorlopig niet van plan om dit toe te staan. De staatssecretaris ziet echter wel de mogelijkheid dat marktwerking op deze trajecten "voordelen voor de reiziger zou kunnen bieden" en zal daarom in 2029 opnieuw naar deze kwestie kijken.
Hoewel de Tweede Kamer had gehoopt dat er twee extra intercity's tussen Zwolle en Groningen zouden gaan rijden, meldt het ministerie dat hier momenteel geen budget voor is. Daarnaast zou de spoorbeheerder ProRail de sporen moeten verbouwen voor een bedrag van honderd miljoen euro. Het plan van de NS om treinkaartjes tijdens de spits duurder te maken, is ook van de baan, aangezien de Tweede Kamer hier eerder al tegen heeft gestemd.
Op internationaal niveau zal er wel marktwerking worden geïntroduceerd. De NS verliest het exclusieve recht om naar internationale bestemmingen als Berlijn, Londen en Parijs te rijden. Het demissionaire kabinet wil andere bedrijven ook de mogelijkheid geven om treindiensten naar deze buitenlandse hoofdsteden aan te bieden, met uitzondering van Brussel. Verschillende vervoerders hebben de afgelopen maanden al plannen hiervoor ingediend.
Naast operationele afspraken zijn er ook financiële overeenkomsten gemaakt tussen de NS en het ministerie. Momenteel betaalt de NS ongeveer 80 miljoen euro per jaar voor het gebruik van de sporen. In de nieuwe concessie zal dit niet meer nodig zijn en zal de NS juist een subsidie van 13 miljoen euro per jaar ontvangen. Als gevolg hiervan zal de overheid in totaal meer dan 700 miljoen euro aan inkomsten mislopen gedurende negen jaar.
Volgens het ministerie is deze subsidie nodig om een "stabiele dienstregeling te garanderen" aan de reizigers. Dit heeft te maken met de sterke daling van het aantal treinreizigers sinds de uitbraak van het coronavirus en de daaropvolgende maatregelen. Het aantal passagiers is met ongeveer 85 procent gedaald, wat leidt tot aanzienlijk minder inkomsten voor de NS.
De nieuwe concessie zal van kracht worden op 1 januari 2025 en loopt tot en met 2033. Met deze overeenkomst wil demissionair staatssecretaris Heijnen "betrouwbare en goede dienstverlening op het spoor" garanderen voor de reizigers.