Terugkeer van het blauwtongvirus zorgt voor angst onder veehouders
Gepubliceerd op 03/12/2023 20:00 in Binnenland
Het blauwtongvirus is plotseling weer opgedoken in Nederland, met verstrekkende gevolgen voor herkauwers zoals schapen en runderen. De ziekte kan ernstige symptomen veroorzaken en een deel van de dieren sterft na besmetting. Hoewel het virus door de koude temperaturen grotendeels is verdwenen, heerst er grote angst voor de terugkeer ervan.
In september heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aangekondigd dat het blauwtongvirus na veertien jaar weer is aangetroffen in Nederland. Vier schapenhouderijen in Noord-Holland en Utrecht werden getroffen en sindsdien heeft het virus zich snel verspreid naar meer dan 5500 locaties.
De symptomen van een besmetting zijn onder andere opgezwollen gewrichten, mank lopen en overmatig kwijlen. Sommige dieren herstellen, maar er zijn ook sterfgevallen gemeld. Hoewel de exacte sterftecijfers nog onbekend zijn, meldde demissionair minister Adema in november dat meer dan 5 procent van de schapenpopulatie was overleden.
De organisatie die verantwoordelijk is voor het ophalen van kadavers heeft geen informatie over de doodsoorzaken van de dieren, maar heeft wel opgemerkt dat er tijdens de periode van de uitbraak 40.000 schapen meer zijn opgehaald dan verwacht. Na een piek eind oktober neemt het aantal dode schapen nu langzaamaan af.
Het blauwtongvirus wordt verspreid door de knut, een kleine mugachtige insect. Deze insecten zijn minder actief bij lagere temperaturen, waardoor er minder besmettingen zijn. Dit is ook te zien aan het aantal positieve blauwtongtests in laboratoria, hoewel het niet is uitgesloten dat er nu minder consequent wordt getest dan tijdens het begin van de uitbraak.
Volgens Melle Holwerda, onderzoeker bij Wageningen Bioveterinary Research, is de lage temperatuur de reden voor de afname van besmettingen. "Als het rond de acht graden is, gaat het virus minder snel rond. Daarom nemen de besmettingen af." Toch betekent dit niet dat we definitief van het blauwtongvirus af zijn. Holwerda waarschuwt dat knutten nog steeds de stallen kunnen binnendringen en het virus op die manier kunnen overleven en in het voorjaar weer kunnen terugkeren.
Veehouder Gert Vendrig heeft de pijnlijke gevolgen van de uitbraak aan den lijve ondervonden. Van zijn vijftig schapen zijn er al twintig gestorven. Ook zijn er koeien slachtoffer geworden van het virus. "Het ging ontzettend snel. Op een gegeven moment lagen er zes dode schapen langs de weg die moesten worden opgehaald", aldus Vendrig. Naast de aanzienlijke emotionele schade heeft de uitbraak ook financiƫle gevolgen. "Elk dier kost geld. Bovendien kunnen we geen melk meer verkopen van de koeien en verwachten we volgend jaar geen lammeren. Verzekeringsmaatschappijen of compensatiefondsen vergoeden niets", voegt hij eraan toe.
Hoewel er nog geen geschikt vaccin beschikbaar is tegen de huidige variant van het blauwtongvirus, voert het ministerie gesprekken met zeven farmaceutische bedrijven over de ontwikkeling ervan. Wageningen Bioveterinary Research werkt ook aan het opzetten van een laboratorium waar mogelijke vaccins op schapen kunnen worden getest, in opdracht van het LNV.
Onderzoeker Holwerda benadrukt dat er nog veel werk moet worden verzet om alle herkauwers in Nederland te vaccineren. Als alles volgens plan verloopt, zou er tegen halverwege volgend jaar een effectief vaccin kunnen zijn dat kan worden gebruikt in de veehouderij.