Aantal schoolverlaters zonder diploma stijgt met ruim 12% sinds corona
Gepubliceerd op 09/11/2023 16:00 in Binnenland
Ruim 35.000 jongeren hebben in het studiejaar 2021/2022 hun school verlaten zonder diploma. Dat is een stijging van ruim 12 procent ten opzichte van 2018/2019, het schooljaar voordat corona uitbrak. Dat blijkt uit de Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Deze schoolverlaters zijn jongeren tussen de 12 en 23 jaar die een opleiding verlaten voordat ze een startkwalificatie hebben behaald. Een startkwalificatie omvat een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding van minimaal mbo niveau 2.
Sinds 2016 is het aantal schoolverlaters gestegen, met uitzondering van de coronajaren waarin er vanwege online onderwijs soepeler werd omgegaan met cijfers en diploma's. In het afgelopen jaar is de stijgende lijn echter voortgezet.
Van de schoolverlaters zat vier op de vijf op het mbo, waar in totaal ruim 28.000 studenten zijn gestopt. Met name op niveau 2 en 4 haakten veel jongeren af.
Volgens CBS-onderzoeker Tanja Traag is de toename deels te verklaren door het uitgestelde corona-effect. In de afgelopen twee schooljaren waren middelbare scholen coulanter bij het afgeven van diploma's, waardoor veel leerlingen terechtkwamen op een beroepsopleiding terwijl ze er nog niet klaar voor waren.
Daarnaast beginnen jongeren vaak met verkeerde verwachtingen aan een opleiding. Traag denkt dat veel jongeren stoppen met school omdat ze zich niet goed voelen: "We zien al langer in de cijfers dat het welbevinden onder jongeren afneemt en het aantal jongeren met psychische problemen toeneemt."
Ook de MBO Raad erkent dat veel jongeren voortijdig stoppen met school. Woordvoerder Jessy Burgers stelt dat leerlingen vaak te snel een studiekeuze maken. "Zowel mbo-opleidingen als middelbare scholen moeten een rol spelen bij het begeleiden van jongeren."
Geld speelt ook een rol, volgens Burgers. "We zien dat relatief veel jongeren ervoor kiezen om te gaan werken. Er is veel perspectief op de arbeidsmarkt, terwijl school juist geld kost. Toch vinden we dit niet wenselijk, aangezien mensen zonder diploma vaak als eerste moeten vertrekken bij een reorganisatie."
Traditioneel gezien haken jongens vaker af dan meisjes. Traag legt uit: "Jongens behoren al vaker tot de risicogroepen. Ze blijven vaker zitten op school en vertonen vaker impulsief gedrag, zoals het gebruik van verdovende middelen. Dit heeft verband met voortijdig schoolverlaten."
Opvallend genoeg zijn er bij de laatste stijging van het aantal schoolverlaters ongeveer evenveel jongens als meisjes. Ook dit heeft volgens Traag te maken met de coronaperiode: "Meisjes hebben vaker te maken met verschillende vormen van psychische klachten. Bovendien hebben sommige meisjes de coronatijd negatiever ervaren dan jongens."
Onderwijsminister Dijkgraaf heeft onlangs een plan gepresenteerd om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. In april sprak de minister nog over 30.000 schoolverlaters in een brief aan de Tweede Kamer.
Het CBS komt echter tot een hoger aantal omdat jongeren in het niet-bekostigde particuliere onderwijs worden meegerekend. Daarnaast worden jongeren die direct aan het werk gaan met een MBO 1-diploma (MBO-Entree) niet meegerekend door het Ministerie van Onderwijs.