Nederland kan zich technisch gezien tot 3 meter zeespiegelstijging beschermen, maar er zijn fundamentele keuzes nodig
Gepubliceerd op 09/11/2023 06:00 in Binnenland
In een rapport in opdracht van de Deltacommissaris en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt gesteld dat Nederland technisch gezien in staat is om zich tot 3 meter zeespiegelstijging te beschermen tegen overstromingen. Dit zou onder andere kunnen worden bereikt door het opspuiten van meer zand en het versterken van dijken. Echter, er zijn enkele problemen die hierbij moeten worden overwonnen. Zo moeten sommige dijken wel 90 meter breder worden gemaakt, wat in sommige gebieden met de bestaande bebouwing niet mogelijk is.
Het rapport geeft aan dat bij een zeespiegelstijging van 1 meter in Nederland al 2100 kilometer aan waterkeringen versterkt moeten worden. Daarnaast zal er jaarlijks tot vier keer zoveel zand moeten worden opgespoten, wat een uitdaging kan zijn gezien de beschikbaarheid van winbaar zand op de Noordzee. Het rapport benadrukt dan ook dat er meer zand nodig is en dat er betere regulatie van het ruimtegebruik op de Noordzee moet komen.
Hoewel het rapport zich met name richt op de technische haalbaarheid, zijn er nog enkele fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden. Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging heeft vier verschillende scenario's ontwikkeld voor de lange termijn, waarvan twee scenario's de inrichting van laaggelegen delen van Nederland om water op te vangen benadrukken.
Hoogleraar fysische geografie Maarten Kleinhans van de Universiteit Utrecht wijst op een fundamenteel probleem van dijken. Als de kust dichtgetimmerd wordt, kan dit leiden tot andere waterproblemen, zoals een verminderde stroming van rivierwater naar zee. Het kan mogelijk nodig zijn om dit rivierwater met behulp van pompen naar zee te laten stromen. Kleinhans gaat ervan uit dat dijkverhogingen na een zeespiegelstijging van 2 meter weinig zinvol meer zijn.
Daarnaast worden bij dijkverhogingen de achtergelegen polders steeds dieper, waardoor het moeilijker wordt om neerslag weg te pompen. Bovendien trekt de extra bemaling zout grondwater naar boven, wat problematisch is voor de landbouw. Dit kan leiden tot een tekort aan zoet water, vooral als de rivieren in de zomer lager komen te staan door klimaatverandering.
Het rapport benadrukt ook dat stormvloedkeringen steeds vaker moeten sluiten en uiteindelijk mogelijk vervangen moeten worden. Zo opperde Jim van Belzen van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) onlangs dat de Oosterscheldekering wellicht weg moet. De kering remt het getij en houdt de aanvoer van zand naar de Oosterschelde tegen, waardoor dit gebied bedreigd wordt. Van Belzen pleit ervoor om de Oosterschelde open te laten, zodat het gebied natuurlijk kan ophogen.
Kleinhans benadrukt dat het dichttimmeren van de kust niet zomaar de beste optie is. Er moeten belangrijke vragen worden beantwoord, zoals waar mensen willen wonen en werken en welke garanties er zijn voor natuurlijk leven. Daarnaast moeten de kosten worden afgewogen tegen de baten. Het is dus noodzakelijk om meer onderzoek te doen vanuit verschillende disciplines.
Het moment om beslissingen te nemen nadert sneller dan de zeespiegel stijgt. Belangrijke investeringen in woningbouw en infrastructuur worden voor honderd jaar of langer gedaan, dus het is van groot belang om nu al na te denken over de juiste locaties voor deze investeringen.