Helft Nederlandse donorzaad afkomstig van buitenlandse commerciële spermabanken
Gepubliceerd op 04/11/2023 00:00 in Binnenland
Uit een onderzoek van de Volkskrant blijkt dat de helft van het in Nederland gebruikte donorzaad afkomstig is van commerciële buitenlandse spermabanken. Deze bevinding heeft geleid tot zorgen binnen de gynaecologenvereniging NVOG, aangezien het sperma van dezelfde donoren wereldwijd wordt gebruikt voor tientallen, en mogelijk zelfs honderden, kinderen.
Donorzaad wordt voornamelijk gebruikt door lesbische stellen, alleenstaande vrouwen en stellen waarbij de man onvruchtbaar is. Als gevolg van de lange wachtlijsten bij Nederlandse spermabanken zoeken steeds meer wensouders hun toevlucht bij commerciële spermabanken in het buitenland, met name die in Denemarken.
Via deze buitenlandse spermabanken kunnen ouders online zaad bestellen van een donor naar keuze en dit gebruiken bij een behandeling in Nederland. Uit de gegevens van de klinieken zelf, aangeleverd bij toezichthouder Trip, blijkt dat in 2016 bij een derde van de donorbehandelingen sperma uit het buitenland werd gebruikt. In 2021, het meest recente jaar waarover gegevens beschikbaar zijn, was dit percentage gestegen tot 54 procent.
Het gebruik van buitenlands donorzaad brengt echter twee nadelen met zich mee. Ten eerste is het onduidelijk hoeveel kinderen wereldwijd verwekt worden door dezelfde donor. Hoewel in Nederland een maximum van twaalf gezinnen per spermadonor geldt, verschillen de regels per land, waardoor het totale aantal kinderen onacceptabel hoog kan worden, aldus hoogleraar gynaecologie Annemiek Nap.
Een van de twee grootste commerciële spermabanken in Denemarken hanteert geen maximumaantal kinderen per donor, terwijl de andere bank aangeeft dat hun donoren maximaal 75 gezinnen mogen helpen. Eerder hebben Nederlandse gynaecologen Deense spermabanken opgeroepen om een limiet te stellen aan het aantal kinderen dat wereldwijd verwekt mag worden door één donor.
Een tweede nadeel is dat het moeilijker is om de identiteit van de donor te achterhalen bij buitenlandse donoren. Hoewel kinderen in Nederland vanaf hun zestiende informatie kunnen opvragen over hun donor, geldt dit ook voor buitenlandse donoren, maar zij zijn vaak lastiger traceerbaar.
Om deze redenen voeren sommige vruchtbaarheidsklinieken geen behandelingen uit met buitenlands zaad. Desondanks doen de meeste klinieken dit wel, vanwege het grote tekort aan Nederlandse donoren. Wie wacht op Nederlands donorzaad komt op een wachtlijst van minstens twee jaar terecht. Dit kan voor vrouwen in hun late dertigste mogelijk te laat zijn, aldus hoogleraar Nap.