Gemeenschapszin staat weer op de politieke agenda
Gepubliceerd op 29/10/2023 02:00 in Binnenland
Het geloof in gemeenschapszin krijgt steeds meer aandacht binnen de politiek. Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt en de BoerBurgerBeweging (BBB) zijn relatief nieuwe partijen die geloven in de veerkracht en betrokkenheid van lokale gemeenschappen, zoals te lezen is in hun verkiezingsprogramma's. NSC benadrukt dat burgers niet alleen naar de overheid en elkaar moeten wijzen, maar zelf ook de handen uit de mouwen moeten steken.
Een goed voorbeeld daarvan is te vinden in Vriescheloo, Groningen, waar dorpshuis 't Ganzenust met sluiting werd bedreigd. De dorpsraad heeft besloten dat dit niet mocht gebeuren, aangezien het de enige voorziening in het dorp is. Er werden flyers verspreid en er werd online geworven voor vrijwilligers. Het resultaat was positief, met maar liefst 25 reacties. Echter, na enkele maanden blijkt dat het behouden van vrijwilligers lastiger is en er zijn inmiddels ook mensen afgehaakt.
Het dorpshuis in Vriescheloo is afhankelijk van de gemeente Westerwolde, die eigenaar is van het pand. De gemeente bekijkt momenteel wat ze willen met hun gemeentelijk vastgoed. De voorzitter van de dorpsraad geeft aan dat de gemeente het dorpshuis graag open wil houden, desnoods op een andere locatie. Ze vinden namelijk dat een dorp met bijna duizend inwoners een plek moet hebben waar ze elkaar kunnen ontmoeten.
Volgens filosoof Gabriël van den Brink is het initiatief in Vriescheloo een voorbeeld van gemeenschapszin in Nederland. Hij benadrukt dat er miljoenen vrijwilligers in Nederland actief zijn, die onder andere betrokken zijn bij buurthuizen, mantelzorg en sportverenigingen. Van den Brink vindt dat Nederland af moet van het idee dat het land vol egoïsten zit. Gemeenschapszin heeft altijd al bestaan, maar de politiek heeft hier niet altijd oog voor gehad.
Hoewel er veel vrijwilligers in Nederland actief zijn, merken veel (sport)verenigingen en stichtingen toch een tekort aan vrijwilligers. Dit heeft volgens Van den Brink niet per se te maken met een gebrek aan betrokkenheid, maar eerder met het organiseren van vrijwilligerswerk. Hij ziet de toenemende behoefte aan gemeenschapszin als reactie op decennia van neoliberalisme.
Het is positief dat het thema gemeenschapszin nu nadrukkelijk op de politieke agenda staat, vindt Van den Brink. Partijen zoals NSC en BBB, die voortkomen uit het CDA, benadrukken het belang van een regionale identiteit. Zij noemen bijvoorbeeld de Achterhoek en de Zaanstreek, evenals lokale tradities zoals paasvuren, dorpskermissen en carnaval.
Van den Brink waarschuwt echter dat bestuurders niet te veel in de weg moeten lopen. Hij wijst op de discussie over stikstofuitstoot, waarbij samenwerking met boeren noodzakelijk is. Vertrouwen geven aan mensen kan leiden tot mooie resultaten, terwijl wantrouwen juist het tegenovergestelde teweeg kan brengen. Van den Brink waarschuwt ook voor te hoge verwachtingen en benadrukt dat het tijd en ruimte nodig heeft om van een geïndividualiseerde samenleving weer naar een samenleving waarin mensen samenwerken te gaan.
Initiatieven zoals het redden van bedreigde supermarkten, gezamenlijke moestuinen en hulp aan mensen met een smalle beurs zijn volgens Van den Brink mooie voorbeelden van gemeenschapszin. Hij is positief gestemd, maar realistisch. De overgang van een geïndividualiseerd land naar een samenleving waarin alles weer gezamenlijk wordt gedaan, heeft tijd nodig.