Kabinet hield te lang vast aan korte termijnstrategie tijdens coronacrisis, concludeert Onderzoeksraad
Gepubliceerd op 25/10/2023 11:00 in Binnenland
Uit een nieuw rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat het Nederlandse kabinet tijdens de coronacrisis te lang vasthield aan een korte termijnstrategie. Het doel was om de intensive care-bedden open te houden en de directe gezondheidseffecten aan te pakken. Deze aanpak bleef leidend gedurende de hele crisis, zelfs toen deze veranderde van een acute gezondheidscrisis naar een langdurige crisis met brede maatschappelijke gevolgen.
Het kabinet behandelde de coronacrisis gedurende de hele periode als een gezondheidscrisis, waarbij de bezetting van de ic-bedden als uitgangspunt werd genomen. Dit was de leidraad bij het nemen van beslissingen over ingrijpen of het versoepelen van maatregelen. Naarmate de crisis voortduurde, ontstonden er echter andere problemen, zoals post-COVID gezondheidsproblemen en bredere maatschappelijke problemen. Het kabinet paste zijn strategie echter niet aan om hiermee om te gaan.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukt dat het kabinet op korte termijn maatregelen moet nemen om beter voorbereid te zijn op langdurige crises. Daarnaast adviseert de raad het kabinet om meer inzicht te geven in de dilemma's en keuzes die ten grondslag liggen aan de genomen besluiten. Door hier transparant over te zijn, kan er meer begrip ontstaan in de samenleving voor de manier waarop het kabinet risico's afweegt en keuzes maakt. De medewerking van de samenleving is namelijk essentieel bij het aanpakken van de crisis.
De Onderzoeksraad beveelt ook aan om het bestrijden van de crisis tot een bredere verantwoordelijkheid van het hele kabinet te maken, in plaats van alleen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op deze manier kan er meer ruimte zijn voor gelijkwaardige inbreng van andere partijen, waardoor ook de langetermijneffecten van de crisis voldoende aandacht krijgen.
Daarnaast pleit de Onderzoeksraad voor de professionalisering van het scenario-denken bij grootschalige, langdurige crises. Op dit moment lag de focus voornamelijk op modellen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), die gericht waren op de epidemiologische ontwikkeling van het virus en de gezondheidseffecten op korte termijn. Er werd te weinig rekening gehouden met andere scenario's en onzekerheden op langere termijn en op bredere terreinen.
Het is het derde rapport van de Onderzoeksraad over de aanpak van de coronapandemie. In het eerste deelrapport werd kritiek geuit op de Nederlandse aanpak tussen maart en september 2020. Er was volgens de raad onvoldoende voorbereiding op een grootschalige uitbraak van een nieuwe infectieziekte en er werd te weinig aandacht besteed aan de situatie in verpleeghuizen en thuiszorg.
In het tweede rapport, dat betrekking had op de periode van september 2020 tot juli 2021, concludeerde de onderzoeksraad dat Nederland laat begon met vaccineren omdat alle voorbereidingen gericht waren op vaccinatie via huisartsen. Het Pfizer-vaccin, dat als eerste beschikbaar was, kon echter niet via deze weg worden toegediend. Daarnaast was er te weinig onderzoek gedaan naar de effecten van ingrijpende maatregelen, zoals de mondkapjesplicht en de avondklok.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukt de noodzaak van lessen uit het verleden en het nemen van adequate maatregelen om toekomstige crises beter het hoofd te bieden. Het rapport roept op tot een meer gebalanceerde aanpak, waarbij niet alleen de directe gezondheidseffecten worden meegenomen