Afluisteren journalisten De Correspondent schendt bronbescherming, Openbaar Ministerie in opspraak
Gepubliceerd op 20/10/2023 19:00 in Binnenland
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft bij het afluisteren van journalisten van De Correspondent een ernstige inbreuk gemaakt op de bronbescherming van de journalist. Dit stellen hoofdredacteur Rob Wijnberg en adjunct-hoofdredacteur Rosan Smits in een reactie op een artikel van het Financieele Dagblad (FD).
Het afluisteren vond plaats tijdens het strafrechtelijk onderzoek naar de mondkapjesdeal. Sywert van Lienden en twee andere verdachten hadden een ontmoeting met drie journalisten van De Correspondent, waaronder Wijnberg en Smits, in het Gelderse kasteel Hackfort.
Volgens het FD heeft het OM de telefoon van Van Lienden afgetapt en zo kennis genomen van de geplande ontmoeting. "In de nacht na de bevestiging van de afspraak is in een zaaltje van het kasteel afluisterapparatuur geïnstalleerd", aldus het FD.
De Correspondent beschouwt deze werkwijze als een onacceptabele belemmering van de rol die journalisten vervullen in de democratische rechtsorde. Het garanderen van vertrouwelijkheid in gesprekken met bronnen is van essentieel belang voor journalisten, aldus het platform.
Het afluisteren door het OM kan mogelijk in strijd zijn met de Wet Bronbescherming, die journalisten beschermt tegen het gebruik van afluisterapparatuur. Het OM mag alleen journalisten afluisteren als het kan aantonen dat het landsbelang in het geding is bij een rechter-commissaris.
Uit het strafdossier blijkt niet dat er toestemming is verleend voor het afluisteren, aldus het FD. Dit kan bijvoorbeeld wel het geval zijn bij zaken die te maken hebben met moord of mensenhandel.
Ook de journalistenvakbond NVJ is geschokt door deze gang van zaken. "Een wet op bronbescherming is van groot belang in een rechtsstaat, zodat duidelijk is dat journalisten geen verlengstuk zijn van justitie", zegt algemeen secretaris Thomas Bruning. "Men moet erop kunnen vertrouwen dat een gesprek met een journalist niet in feite een gesprek is met het OM of de politie."
Het afluisteren is dan ook schadelijk voor de geloofwaardigheid van journalisten, benadrukt Bruning. "Dergelijke gesprekken vormen de basis voor een verhaal. Het is niet de bedoeling dat deze opeens in een strafdossier van het OM terechtkomen."
Wijnberg meldt dat de redactie momenteel samen met een advocaat de aard en omvang van het afluisteren onderzoekt en overweegt juridische stappen te ondernemen.
Op meerdere verzoeken van de NOS heeft het OM tot nu toe nog niet gereageerd.