Vrijheidsmuseum ontvangt bijzonder fotoalbum van Britse welzijnswerker uit WOII
Gepubliceerd op 18/10/2023 08:00 in Binnenland
Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek heeft een opmerkelijk fotoalbum in handen gekregen van een Britse welzijnswerker uit de Tweede Wereldoorlog. Jack Speller, die de dienstplicht had ontlopen vanwege gewetensbezwaren, bood troost aan militairen door middel van een kopje thee.
Rense Havinga van het Vrijheidsmuseum vertelt over de mobiele kantine waarmee Speller van Normandië tot Nijmegen reisde om de troepen te ondersteunen. "Het draaide allemaal om het mentale welzijn van de militairen", aldus Havinga. "Een kopje thee betekende dat er aan hen gedacht werd en het bood even een moment van afleiding van de oorlog."
In 1940 werd Speller vanwege zijn uitgesproken pacifistische overtuigingen vrijgesteld van de dienstplicht. Gedurende de oorlog groeide echter zijn verlangen om iets te doen tegen de nazi's. Hij meldde zich daarom aan bij de YMCA, een jongerenorganisatie die tijdens de oorlog werd ingezet voor welzijnswerk in het leger.
Zijn dochter, Marcelle, is ervan overtuigd dat Speller juist vanwege zijn pacifisme iets wilde betekenen voor degenen die zwaar leden onder de oorlog. "Hij werd diep geraakt toen hij zag wat ze allemaal doormaakten", vertelt ze. Vanavond zal Marcelle het album officieel overhandigen aan het museum.
Speller werd diep geraakt door de verse oorlogsgraven op de stranden van Normandië toen hij er vier dagen na D-day arriveerde. Hij gebruikte zelfs granaathulzen als vazen voor rouwboeketten. Tijdens zijn theeritten kwam hij uitgebrande tanks, achtergelaten paardenkadavers en gewonde militairen op brancards tegen.
"Hij heeft het vooroordeel dat dienstweigeraars lafaards zijn flink weerlegd", vindt Havinga. "Hij bevond zich meerdere keren midden in de vuurlinie."
De militairen waren altijd blij om zijn busje te zien. Speller vertelde zijn dochter ooit dat zodra iemand de rode YMCA-driehoek zag, er al snel werd geroepen: "De YM is er!". Binnen korte tijd vormde zich dan een nette rij en werd er druk gevraagd naar van alles. Volgens Speller waren zijn diensten onmisbaar voor het moreel, ook al was de gemiddelde soldaat tevreden met alles wat maar "nat en warm" was.
Speller maakte de opmars door Frankrijk mee en was aanwezig bij de bevrijding van België. Daarna nam hij maar liefst 90 liter thee mee voor operatie Market Garden. Omdat Arnhem te ambitieus bleek, werd de regio Nijmegen maandenlang een tussenstation voor Speller en honderdduizenden militairen. Dit gaf hem de kans om meer psychische zorg te bieden en hij richtte zelfs een rustcentrum op voor militairen die dreigden instorten.
Speller herinnerde zich dat hij vooral in de ogen van soldaten kon zien wanneer iemand op het breekpunt was. "Het waren jonge jongens met de zorgen van oude mannen", zei hij. Het feit dat hier aandacht voor was, was nieuw. In de Eerste Wereldoorlog werden mannen met shellshock nog als deserteurs geëxecuteerd. "Hij was zijn tijd ver vooruit als het ging om aandacht voor de mentale tol van de oorlog", vindt Marcelle.
Hoewel de inzet van de YMCA beperkt was, volgens Havinga, bood Speller toch een moment van rust aan soldaten. Soldaten kregen slechts twee dagen verlof om even weg te zijn van het front, wat uiteraard te weinig was bij tekenen van trauma. Maar het was beter dan iemand laten instorten binnen zijn eenheid. Speller kon ze even een moment van rust geven.