Motie aangenomen voor afbouwplan fossiele subsidies: welke regelingen moeten worden aangepakt?
Gepubliceerd op 12/10/2023 12:00 in Binnenland
Het demissionaire kabinet heeft al geruime tijd te maken met discussies rondom het afschaffen van fossiele subsidies. Deze subsidies, die belastingvoordelen en vrijstellingen bieden voor het gebruik van aardgas, kolen en olie, bedragen volgens schattingen tussen de 40 en ruim 46 miljard euro per jaar. Extinction Rebellion voert actie om deze belastingvoordelen zo snel mogelijk af te schaffen. Deze week heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgedragen om voor het einde van het jaar met een afbouwplan te komen: welke subsidies kunnen wanneer worden afgeschaft?
Om antwoord te geven op deze vraag, hebben het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) vandaag een rapport gepubliceerd. De conclusie is dat het een lastige opgave zal worden. "Het lijkt misschien logisch, maar er zijn juist veel uitdagingen", aldus PBL-onderzoeker Herman Vollebergh.
Volgens Vollebergh is het duidelijk dat het belastingvoordeel voor fossiele brandstoffen niet strookt met ambitieus klimaatbeleid. Echter, zoals hij en zijn collega-onderzoekers schrijven, is de discussie momenteel te veel gefocust op de financiƫle aspecten en te weinig op de zinvolheid van bepaalde regelingen.
Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat men moet oppassen met het afschaffen van subsidies die niet bijdragen aan de energietransitie. Zo wordt het verlaagde belastingtarief voor grootverbruikers van elektriciteit als voorbeeld genoemd. Als dit tarief fors wordt verhoogd, wordt elektriciteit duurder en wordt het minder aantrekkelijk voor bedrijven om over te stappen van aardgas op elektriciteit.
Volgens de onderzoekers zou het demissionaire kabinet zich moeten richten op de producenten van elektriciteit in plaats van de consumenten. Het heffen van belasting op de productie van stroom met gas en kolen zou druk uitoefenen om duurzaam op te wekken, wat de energietransitie ten goede zou komen.
Daarnaast is het volgens de onderzoekers zinvoller om op een andere manier naar fossiele subsidies te kijken. Het PBL heeft de klimaatkosten berekend voor de uitstoot waarvoor nog geen beprijzing geldt. Hierbij komen zij uit op ruim 13 miljard euro. Deze kosten worden voornamelijk veroorzaakt door de scheep- en luchtvaart, die nog geen belasting betalen voor hun kerosine en stookolie. Maar ook de gratis emissierechten voor de zware industrie en de lage energiebelasting voor de industrie dragen volgens de onderzoekers bij aan schade aan het klimaat. Volgens hen moeten deze aspecten prioriteit krijgen.
Verder adviseren de adviesbureaus om te kijken naar afspraken en regelingen op nationaal en Europees niveau. Accijnzen op brandstof voor vliegtuigen en schepen kunnen alleen op Europees niveau worden afgesproken. Bovendien zal veel uitstoot verminderd worden via het European Trading System (ETS). Het is volgens Vollenbergh ook belangrijk om niet alleen naar de energiebelasting te kijken, maar ook naar andere aspecten zoals aanschafbelasting en motorrijtuigenbelasting.
Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) reageert kritisch op het rapport en benadrukt dat de complexiteit van de afbouwplannen geen reden mag zijn om niet samen te werken. SOMO heeft eerder samen met andere klimaatorganisaties een eigen berekening van de fossiele subsidies gemaakt. SOMO merkt op dat het schadebedrag van 130 euro per ton CO2-uitstoot, dat het PBL hanteert, erg laag is, zeker als ook de gezondheidsschade wordt meegerekend.
Het demissionaire kabinet moet nu bepalen welke subsidies binnen twee, vijf of zeven