Vergunningen van twaalf industriële bedrijven in Nederland voldoen niet aan Europese regels voor schoon water
Gepubliceerd op 08/10/2023 15:00 in Binnenland
Uit onderzoek van onderzoeksplatform Investico, in samenwerking met Het Financieele Dagblad, Trouw en De Groene Amsterdammer, blijkt dat de vergunningen van twaalf industriële bedrijven in Nederland niet voldoen aan de Europese regels voor schoon water. Onder andere Tata Steel, Dow Chemical en Shell lozen giftige stoffen in wateren die al sterk zijn vervuild volgens de Europese regels.
Tata Steel in IJmuiden loost bijvoorbeeld zoveel kwik in het Noordzeekanaal dat de waterkwaliteit daar verder achteruitgaat. Dow Chemical in Terneuzen loost te veel zink op de Westerschelde en het Rotterdamse verfbedrijf Tronox loost in de Nieuwe Waterweg. Daarnaast hebben andere bedrijven, zoals de raffinaderij van BP, het Twentse chemiebedrijf KLK Kolb en suikerproducent Cosun Beets Company, geen onderzoeken uitgevoerd naar mogelijke verslechtering van de waterkwaliteit, terwijl dit wel verplicht is volgens de wet.
Daarnaast zijn de vergunningen van de raffinaderij van Shell, olie-overslagbedrijf VPR Energy in de Rotterdamse haven, de Amsterdamse afvalverwerker AEB en de Groningse zoutfabriek Nedmag verouderd, omdat de normen strenger zijn geworden.
Volgens experts kunnen burgers en milieugroepen nu al bezwaar maken tegen deze vergunningen op basis van aangescherpte richtlijnen en uiteindelijk kunnen zij deze aanvechten bij een rechter.
In reactie op de bevindingen geven de bedrijven aan dat zij al druk bezig zijn om de Europese doelstellingen te halen. Oliebedrijf VPR, voedselproducent Cargill en verfbedrijf Tronox beweren aan alle wettelijke regels te voldoen. Raffinaderij BP, afvalverwerker AEB en chemisch bedrijf KLK Kolb geven aan dat hun vergunningen opnieuw worden bekeken. Twee andere bedrijven, voedselbedrijven Cosun Beets Company en Trobas Gelatine, erkennen dat er geen emissieonderzoek is gedaan.
De problemen met de waterkwaliteit in Nederland zijn al langer bekend. Begin deze eeuw heeft de Europese Unie nieuwe regels ingesteld om de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater en de natuur te beschermen. De zogenoemde Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat de waterkwaliteit vóór 2027 aan de eisen moet voldoen. Nederland loopt echter achter op schema en vrijwel geen enkel oppervlaktewater in het land voldoet aan de normen, zoals blijkt uit een rapport van dit jaar.
Het niet tijdig halen van de doelen kan leiden tot het stilleggen van tal van activiteiten, omdat eerst de waterkwaliteit op orde moet zijn. Experts waarschuwen al langer voor ingrijpende gevolgen en vergelijkbare problemen als in het stikstofdossier. Net als in dat dossier hebben de bedrijven geen ruimte meer om extra te vervuilen. Hoogleraar nationaal en Europees waterrecht Marleen van Rijswick stelt dat de overheid en de bedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor de naderende problemen, vanwege de jarenlange verwaarlozing van de slechte waterkwaliteit.
Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft al in maart aangegeven dat richtlijnen voor het grondwaterpeil en watersysteem niet meer aangepast moeten worden aan de behoeften van de landbouw en industrie. Dit komt doordat we "tegen de grenzen van het water- en bodemsysteem aanlopen".