Nederlandse films spelen bijrol op internationaal podium, blijkt uit onderzoek
Gepubliceerd op 30/09/2023 10:00 in Binnenland
Een rode loper, flitsende camera's en poserende acteurs. Vanavond staat Stadsschouwburg Utrecht in het teken van de Nederlandse filmprijzen: de Gouden Kalveren. Maar achter de glitter and glamour blijkt uit onderzoek hoe het gesteld is met de Nederlandse speelfilm op het internationale podium.
Uit onderzoek, uitgevoerd door Olsberg SPI in opdracht van het Nederlandse Filmfonds, blijkt dat Nederlandse filmmakers van 2010 tot 2022 in totaal 487 speelfilms hebben geproduceerd. Hiermee steekt Nederland ver boven vergelijkbare Europese landen uit. Echter, geen enkele Nederlandse film slaagt erin om een groot internationaal publiek te bereiken.
Het onderzoeksbureau heeft de prestaties van Nederland vergeleken met die van België, Zweden, Denemarken en Oostenrijk. Deze landen scoren stuk voor stuk beter op internationaal niveau. Sandra den Hamer, interim-directeur van het Nederlands Filmfonds, geeft toe dat het resultaat van het onderzoek geen grote verrassing is, maar wel als een wake-up call fungeert. Volgens haar liep Nederland al langer achter op andere landen.
Het onderzoeksbureau heeft criteria opgesteld voor 'topprestatie-eisen', waarbij gekeken wordt naar het succes bij het grote publiek en de artistieke waarde van een speelfilm. Een speelfilm moet zowel kwalitatief goed zijn als genoeg bioscoopbezoekers aantrekken. Denemarken en België blinken uit in het maken van succesvolle films. Ondanks dat zij elk ruim tweehonderd films minder hebben geproduceerd dan Nederland, hebben zij respectievelijk veertien en elf speelfilms van hoge kwaliteit gecreëerd. Zweden presteert met tien high excellence speelfilms en Oostenrijk met vijf ook aanzienlijk beter dan Nederland.
De Nederlandse film Brimstone van regisseur Martin Koolhoven heeft met 238.000 Europese bezoekers en een nominatie voor Beste Film in Venetië bijna de internationale standaard gehaald. Volgens het rapport hebben vijftien andere Nederlandse speelfilms wel festival- of awarderkenningen gekregen, maar wisten ze niet genoeg bezoekers te trekken.
Een belangrijke bevinding uit het rapport is de overvloed aan geproduceerde films in Nederland in vergelijking met andere landen. De focus moet volgens het rapport niet op kwantiteit, maar op kwaliteit liggen. Het Nederlands Filmfonds is het daarmee eens en benadrukt dat er meer aandacht moet worden besteed aan het ondersteunen van talent en het bieden van creatieve en financiële ruimte voor filmmakers om met meer aandacht aan hun films te werken. In de komende jaren zal er scherper worden geselecteerd en meer financiering gegeven worden aan minder films.
Regisseur Martin Koolhoven sluit zich hierbij aan en pleit voor minder films met hogere budgetten. Hij benadrukt ook dat er niet alleen naar het Filmfonds moet worden gekeken als belangrijkste financier, aangezien het budget vaak niet toereikend is voor de films die regisseurs echt willen maken. Koolhoven roept op tot meer ambitie en het verkennen van mogelijkheden over de grenzen heen.
Het Nederlands Filmfonds gaat de komende jaren meer aandacht besteden aan de positionering en zichtbaarheid van films. Volgens Den Hamer is er wel degelijk kwaliteit in Nederland, maar weten te veel films het grote publiek niet te bereiken. Filmmakers moeten al in een vroeg stadium nadenken over hun doelgroep, zodat ze de film effectief kunnen promoten.
Een voorbeeld van een Nederlandse film met potentie is Sweet Dreams van regisseur Ena Sendijarević, de openingsfilm van het Nederlands Filmfestival. Dit werk dingt mee naar acht Gouden Kalveren en is geselecteerd als beste Europese film door de European Film Awards. Toch is het nog maar de vraag of de film ook 250.000 bezoekers zal trekken. Volgens Den Hamer