Populair onder studenten: ADHD-medicatie zonder recept slikken
Gepubliceerd op 15/09/2023 20:00 in Binnenland
Medicijnen slikken voor een aandoening die je (hoogst waarschijnlijk) helemaal niet hebt: vooral bij studenten is het slikken van ADHD-medicatie zonder recept zeer populair. Zij krijgen die medicijnen meestal van anderen, bijvoorbeeld medestudenten, die het wél op recept kunnen verkrijgen. Dit is illegaal en deskundigen raden het ten zeerste af. Er schuilt ook een ander probleem achter: de soms gebrekkige controle op patiënten.
Uit onderzoek van onder andere het Trimbos-Instituut en het RIVM blijkt dat ongeveer 4 procent van alle studenten wel eens ADHD-medicijnen heeft gebruikt zonder recept. Zij verkrijgen de middelen vooral via vrienden. Zowel het RIVM als deskundigen benadrukken dat dit verre van onschuldig is. Gigi van de Loo-Neus, kinder- en jeugdpsychiater bij Karakter, gespecialiseerd in ADHD-problematiek, waarschuwt dat veel mensen zich weinig bewust zijn van de bijwerkingen. Het gebruik van ADHD-medicatie zonder recept kan invloed hebben op de slaap, het metabolisme en de bloeddruk. Studenten die het zonder recept slikken nemen vaak meer dan nodig, terwijl juist gestructureerd gebruik belangrijk is.
Veel studenten zonder diagnose gebruiken ADHD-medicatie om wakkerder en meer gefocust te zijn. Deskundigen vragen zich af of deze medicatie wel beter werkt dan een kop koffie. Daarnaast kan het gebruik van deze medicatie juist averechts werken en nare bijwerkingen veroorzaken als het niet voor jou bedoeld is. De kans op verslaving is bijvoorbeeld groter wanneer de medicatie niet op de juiste manier wordt gebruikt.
Psychiaters, huisartsen en apothekers spelen een rol in zowel de voorlichting over de bijwerkingen van ADHD-medicatie als de controle op het gebruik ervan. Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) adviseert een halfjaarlijkse controle voor ADHD-patiënten. Uit een rondgang blijkt echter dat deze controles niet bij alle zorgverleners even nauwgezet plaatsvinden. Marieke van den Berk-Bulsink, apotheker en adviseur bij het IVM, wijst op het gebrek aan bekendheid bij zorgverleners over het oneigenlijke gebruik van ADHD-medicatie. Bovendien is de controle op psychische aandoeningen minder goed geregeld dan bij bijvoorbeeld hart- en vaatziektes of diabetes.
Een voorbeeld hiervan is de ervaring van Anna, een 24-jarige student. Als kind kreeg zij de diagnose ADHD en kreeg ze methylfenidaat voorgeschreven. Ze kreeg echter een veel te hoge dosering, met vervelende bijwerkingen als gevolg. Anna is nu overgestapt op dexamfetamine en heeft geen last meer van bijwerkingen. Ondanks haar ervaring is ze nooit gebeld door haar huisarts of apotheek om te controleren op bijwerkingen en de juiste dosering. Anna geeft aan dat zij hier zelf geen behoefte aan heeft, maar begrijpt dat anderen dit prettig zouden vinden.
Psychiater Van de Loo-Neus erkent de problemen bij het diagnosticeren en controleren van ADHD-patiënten. Zij benadrukt dat er geen 'gebruikelijke dosering' bestaat, aangezien de benodigde dosering per persoon kan verschillen. Daarnaast geeft ze aan dat sommige huisartsen simpelweg niet genoeg tijd hebben voor controles. Dit is zorgwekkend, gezien het groeiende aantal ADHD-patiënten. Desondanks denkt Van de Loo-Neus dat het in de meeste gevallen goed gaat.
ADHD-patiënt Rosa (23) heeft ook ervaren dat er strenge controles worden gehanteerd bij herhaalrecepten. Hoewel ze het vervelend vindt dat ze niet voor een lange periode medicatie kan meenemen, begrijpt ze het beleid. Rosa heeft gemerkt dat er vraag is naar ADHD