Nederlandse mannen met Marokkaanse naam nog steeds gediscrimineerd bij huurwoningzoektocht

Gepubliceerd op 09/09/2023 00:00 in Binnenland

Uit jaarlijks onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat Nederlandse mannen met een Marokkaanse naam nog steeds gediscrimineerd worden bij het zoeken naar een huurwoning. Hoewel er de afgelopen drie jaar minder gediscrimineerd werd jegens andere groepen, blijft het probleem hardnekkig voor Marokkaanse mannen.

Voor het onderzoek werden ruim drieduizend advertenties beantwoord met fictieve profielen die op alle aspecten, behalve de naam, overeenkwamen. De namen werden veranderd naar namen die als Marokkaans worden beschouwd, gebaseerd op eerder Belgisch onderzoek. Uit de reacties bleek dat profielen met namen zoals Karim Azzouzi en Mohamed Abdelaziz 18 procent minder kans hadden op het verkrijgen van een huurwoning.

Dit jaar werd er bij reacties op fictieve profielen van Marokkaanse vrouwennamen, Poolse namen en homostellen nauwelijks discriminatie waargenomen, concludeert Andrew Britt van het Verwey-Jonker Instituut, dat het onderzoek voor het ministerie uitvoert. Vorig jaar werd er nog bewuste uitsluiting geconstateerd bij deze groepen.

Het is niet duidelijk wat precies heeft bijgedragen aan de afname van discriminatie op de woningmarkt. Britt suggereert dat het te maken kan hebben met overheidscampagnes tegen dit soort discriminatie, of met een groter bewustzijn en aandacht voor discriminatie bij sommige brancheorganisaties.

Waarom Marokkaanse mannen echter nog steeds minder vaak worden uitgenodigd voor bezichtigingen, of zelfs geen reactie krijgen wanneer ze reageren op een woning, is nog onduidelijk. Volgens het Verwey-Jonker Instituut kan dit mogelijk te maken hebben met vooroordelen en stereotypen over hun betrouwbaarheid, waardoor verhuurders bepaalde mensen niet kiezen als huurder.

In een woningmarkt met schaarste heeft de verhuurder een sterke positie en kan hij of zij de keuze baseren op persoonlijke voorkeuren, zelfs als deze criteria niet zijn toegestaan.

Abdelilah Akalai, een ondernemer in de IT-wereld, heeft ook het verschil in reacties gemerkt toen hij op zoek was naar een particuliere woning via een makelaar. Hij en zijn partner reageerden soms op dezelfde woningen, maar zijn partner kreeg wel uitnodigingen voor bezichtigingen, terwijl Akalai zelfs geen reactie kreeg, ondanks dat hij meer verdient.

Na verschillende pogingen merkte Akalai een patroon op: "Op een gegeven moment reageerde zij alleen nog op woningen. Ik dacht zelf al dat het ligt aan een negatief imago rondom Noord-Afrikaanse mensen. En als je dan de uitkomsten van zo'n onderzoek leest, dan geeft dat bevestiging. Ik herkende het."

Verdere discriminatie bij verhuurbemiddelaars werd vastgesteld met zogenaamde 'mystery calls', waarbij acteurs belden met verhuurmakelaars en vragen stelden als 'zou het mogelijk zijn om niet te verhuren aan buitenlanders, van die Marokkanen bijvoorbeeld?'. In ruim een derde van deze verzoeken gingen de bemiddelaars hierin mee. Dit is vergelijkbaar met de resultaten van voorgaande jaren. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de verhuurmakelaars bereid is om bewust mensen met een niet-Nederlandse achtergrond direct of indirect uit te sluiten, aldus de onderzoekers.

Naar aanleiding van het onderzoek heeft demissionair minister van Volkshuisvesting De Jonge een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Hierin benadrukt hij dat woondiscriminatie een hardnekkig probleem is dat niet snel opgelost kan worden en dat het tegengaan van discriminatie continu onze aandacht verdient.

Lees meer nieuws in binnenland