Jeugdcriminaliteit in Nederland blijft stabiel, jongeren plegen niet steeds zwaardere misdrijven
Gepubliceerd op 04/09/2023 10:00 in Binnenland
Uit onderzoek van het CBS en het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum) blijkt dat jongeren in Nederland niet steeds zwaardere misdrijven plegen op steeds jongere leeftijd, in tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen. Het aantal minderjarige en jongvolwassen verdachten (tot 23 jaar) die in aanraking komen met justitie is de afgelopen jaren gehalveerd, maar de daling is gestopt en het aantal jonge verdachten blijft momenteel stabiel. In 2021 waren er ongeveer 40.000 jonge verdachten.
Het onderzoek weerspreekt ook het idee dat daders steeds jonger worden. Integendeel, er lijkt juist een verschuiving te zijn naar een hogere leeftijd, waarbij de leeftijd van 18 jaar of ouder steeds vaker voorkomt.
In de afgelopen jaren hebben de politie, het Openbaar Ministerie en burgemeesters regelmatig hun zorgen geuit over jongeren die steeds zwaardere misdrijven plegen. Dit werd soms geuit naar aanleiding van steekpartijen, explosies of zelfs liquidaties. Echter, volgens het nieuwe onderzoek is het beeld dat jongeren betrokken zijn bij steeds ernstiger delicten niet zonder meer juist. Hoewel er na 2017 een lichte toename was van minderjarigen die zwaar geweld gebruikten, twijfelen de onderzoekers of deze trend daadwerkelijk doorzet. Het Openbaar Ministerie zag vorig jaar zelfs een daling in het aantal jongeren dat wordt verdacht van ernstig geweld.
Het feit dat het Openbaar Ministerie de afgelopen jaren een toename zag in het aantal zware zaken betekent volgens de onderzoekers niet automatisch dat jeugdcriminaliteit verergert. Mogelijk zijn na de coronapandemie de ernstigste zaken als eerste aangepakt, of zijn er meer jeugdzaken buiten de rechter om afgehandeld, waardoor alleen de zwaarste gevallen overbleven. Bovendien kunnen er lokale verschillen zijn, waarbij incidenten in de ene regio stijgen en in de andere dalen. Zo is het aantal minderjarige daders sterk afgenomen in steden zoals Rotterdam en Amsterdam.
Uit het onderzoek blijkt ook dat minderjarigen vaker betrokken zijn bij cybercriminaliteit, hoewel het totale aantal daders nog steeds klein is. Het is echter belangrijk op te merken dat weinig mensen aangifte doen van online misdrijven en dat de opsporing beperkt is, dus het is onduidelijk hoeveel daders daadwerkelijk worden opgespoord.
Diefstal blijft het meest voorkomende misdrijf waarvoor jongeren worden verdacht. Opvallend is dat steeds meer meisjes worden betrokken, met vorig jaar een kwart van alle minderjarige verdachten die verdacht werden van winkeldiefstal.
Wat betreft de herkomst van jeugdige verdachten blijft het aantal jongeren van Marokkaanse of Antilliaanse afkomst oververtegenwoordigd in de statistieken, maar hun aandeel is sinds 2020 sterk afgenomen.
Het rapport geeft geen verklaring voor deze ontwikkelingen. Nadere analyse van de cijfers zal later volgen.