Uitkoopregeling treft Nederlandse visserijsector hard

Gepubliceerd op 11/08/2023 00:00 in Binnenland

Schol, tong, mul, inktvis, poon, garnalen, haring en makreel. Het zijn slechts enkele voorbeelden van vissoorten die Nederlandse vissers al decennialang vers uit de wateren in en rondom Nederland vangen. Echter, de visserijsector staat onder druk door verschillende factoren, zoals hoge brandstofprijzen, het pulsverbod, Brexit en de aanleg van windmolenparken op zee. Dit maakt het werk voor vissers steeds moeilijker.

Een impactanalyse, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, laat zien dat niet alleen de visserij zelf, maar ook de bedrijven achter de visserij krimpen. De uitkoopregeling heeft namelijk een duidelijke impact op de gehele keten achter de visserij.

Brexit heeft ervoor gezorgd dat Nederlandse vissers een kwart minder mogen vissen in Britse wateren. Om de getroffen vissers te ondersteunen, heeft de Nederlandse overheid in juli vorig jaar een uitkoopregeling geïntroduceerd. Hiervoor werd maar liefst 155 miljoen euro beschikbaar gesteld. Tot op heden hebben 54 van de 280 kotters gebruik gemaakt van deze regeling.

Het grootste deel van deze uitkoopregeling is bestemd voor platviskotters, omdat hun vangstmethode genaamd pulsvissen sinds 2019 verboden is door de EU. 42 kotters hebben echter nog ontheffing tot 2021 gekregen. Bij pulsvisserij worden elektronische schokken gebruikt aan het uiteinde van het net, in plaats van dat de netten over de bodem slepen. Op deze manier worden platvissen zoals tong en schol van de bodem geschrokken en zwemmen ze het net in.

Naast veranderende regelgeving en politieke ontwikkelingen zijn er ook macro-economische effecten van de oorlog in Oekraïne die de visserij beïnvloeden. Brandstofkosten zijn dusdanig gestegen dat het voor vissers te duur is geworden om de zee op te gaan.

Met het verdwijnen van deze kotters komen ook de bedrijven achter de vissers in de problemen. Nettenmakers, botenbouwers, exporteurs en visverwerkers die leveren aan de horeca en supermarkten zien hun omzet flink dalen. In 2021 was de Noordzeevisserij goed voor een omzet van 344 miljoen euro. De bedrijven gelieerd aan de visserij hadden in datzelfde jaar een totale omzet van 2,9 miljard euro.

De vissector richt zich nu steeds meer op gekweekte en geïmporteerde vis, in plaats van verse Noordzeevis. In deze markt moeten ze concurreren met visverwerkers in landen met lagere lonen.

Het verlies van omzet en werkgelegenheid is niet het enige probleem. Ook de kennis over bijvoorbeeld het fileren en verhandelen van Noordzeevis dreigt verloren te gaan. Daarnaast blijft innovatie uit doordat ondernemers hun bedrijfsplannen en investeringen uitstellen.

Naast economische gevolgen verdwijnt ook het karakter van de vissersdorpen. Nederland kent zes visserijregio's, waarvan de visserij diepgeworteld is in de identiteit van deze dorpen. Het verdwijnen van de kottervissers heeft invloed op de lokale gemeenschappen. Leen Bleumink, voormalig eigenaar van een bakkerij, ziet het tij keren in Stellendam. Van de 36 boten die hij voorzag van bevoorrading zijn er nog maar drie over.

Jaap Tanis, afkomstig uit een vissersfamilie, heeft ook twee boten verkocht. Hij merkt op dat de grote visserijbedrijven het wel redden, maar dat de kleinere familiebedrijven het zwaar hebben. Dit heeft ook gevolgen voor Stellendam, waar veel andere ondernemers afhankelijk waren van de welvaart die de visserij met zich

Lees meer nieuws in binnenland